Landstede Groep
   
Jaargang 3 | Editie 02 | Archief 2015 - 2019
Column: Standplaats Jakarta

Buiten de bubbel

Voormalig Landstede-docent Birgitta Hogendoorn woont sinds november 2015 voor twee jaar in Jakarta, waar haar man meewerkt aan een waterproject. Voor ZinMag schrijft ze columns over haar belevenissen. Foto's bij deze column zijn ook door haar gemaakt.

Het is zaterdagochtend en we gaan een tocht maken met de Explorers, een groep van voornamelijk expats die er eenmaal per maand op uittrekt om Jakarta en omgeving te verkennen. We komen uit verschillende landen en verschillende werelddelen, maar we hebben een ding gemeen: we leven allemaal in de luxe bubbel van Jakarta. We wonen in huizen met tuinen of in luxe appartementen, we werken in gekoelde kantoren en we laten ons rondrijden in auto’s met chauffeur.

Vandaag gaan we met gids Bram mee om Sunda Kelapa en Muara Angka, de haven, de vismarkt en de visserswijk, te bekijken. Bram is een tanige Indonesiër die naast Engels ook een beetje Nederlands spreekt. Als hij ons het schooltje laat zien zegt hij: ‘Ik moet hier wel helpen, want ik ben zelf ook zo arm geweest dat ik ’s ochtends niet wist wat ik ’s avonds zou eten.’ En helpen doet hij: hij verzamelt donaties (geld, schriften, potloden, kleurkrijtjes) voor de school, geeft er Engelse les en ondersteunt het nabijgelegen weeshuis.

Achter Bram aan lopen we langs de haven waar de vrachtschepen afgemeerd liggen. Stoere, kleurige boten van ijzerhout. Als je er een mast op zet kunnen ze zo drie eeuwen terug in de tijd. In de brandende zon sjouwen de mannen de zakken cement over een wankele loopplank naar het ruim. Straks varen ze naar Kalimantan, Sulawesi of een ander eiland en komen terug met hout en andere grondstoffen.  

In de vissershaven heerst rust. De handel is al voorbij. De bemanning van de vissersschepen rookt een kretek-sigaretje, hangt wat op het dek en kijkt ons met gereserveerde belangstelling na, die lange rij van ‘bule’ (= witten) die fotograferend langskomt. Op sommige schepen wordt bevroren vis uitgeladen. Op andere worden grote staven ijs ingeladen. Dat ijs moet er in het ruim voor zorgen dat de gevangen vis wekenlang goed blijft, zelfs bevroren raakt.

Met een klein pontje steken we over naar de visserswijk. De rivier is hooguit drie meter breder dan de pont zelf. Een pezige oude man zit op een elegante sofa en vaart ons naar de overkant door aan een touw te trekken. Overal in de smalle straatjes mensen, spelende kinderen, was die te drogen hangt en bovenal een doordringende geur van vis en vuilnis. De vis wordt schoongemaakt en te drogen gelegd op lange tafels. Er omheen de huizen van de mensen. Elk jaar in januari staat hier een meter water door de overstromingen. De mensen sjouwen hun spullen dan naar de bovenverdieping, als ze die hebben.

Bram leidt ons naar de moskee, nog een onderdeel van het programma. We komen  het voorplein op, dat witheet in de middagzon ligt. De dames plooien braaf een sjaal om hun hoofd. Mensen zitten in de schaduw van de galerij en bekijken ons met argwaan. Nergens de gebruikelijke, vriendelijke groet. Bram mompelt iets over een bedevaart die net gaande is. ‘Toch maar beter niet naar binnen.’ Als we het voorplein weer verlaten staan twee oude vrouwen ons op te wachten. Ze vragen om geld, dwingend, agressief. We lopen met gebogen hoofd door.

Net buiten de visserswijk ligt de ontruimde zone. Hier werden de simpele huizen met geweld afgebroken om plaats te maken voor de rivier en voor de nieuwbouwplannen van de stad. Een onafzienbare vlakte vol puin. Op de schuttingen, wijst Bram, stonden kreten van protest omdat de mensen die hier weggestuurd zijn geen compensatie gekregen hebben. Inmiddels zijn de woorden overgeschilderd met zwarte verf.

Op de puinvlakte zijn alweer nieuwe bouwsels verrezen van spaanplaat, karton, lappen. Er staat ook een grote, verschoten tent waarin meerdere families wonen, een donatie van een ngo. We lopen in een lange rij stil achter elkaar aan om een van de huisjes heen. Beneden staat een vrouw de was op te hangen, boven ligt een man door de open wand op ons neer te kijken. Hij roept ons wat toe, maar ik versta het niet...




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7