Landstede Groep
   
Jaargang 3 | Editie 02 | Archief 2015 - 2019

VO-studiedag: over het puberbrein, succesvolle zelfsturing en talent

Hoe leer je, hoe werkt het brein van een puber? En hoe stimuleer je zijn talenten? Op deze en andere vragen krijgen zo’n zevenhonderd docenten op dinsdag 14 maart in Zwolle antwoord. Dan vindt namelijk de VO-studiedag plaats in Theater De Spiegel. Thema is ‘Het gaat altijd over leren’.

Artikel als PDF

De scholen voor voortgezet onderwijs van Landstede Groep organiseren de studiedag dit jaar voor de vierde keer. ‘Het wordt zo langzamerhand een traditie. Een mooie traditie: zo vaak zijn alle docenten van de vo-scholen niet bij elkaar’, zegt onderwijsadviseur Nicoline Kruiswijk. Samen met onderwijsadviseur Deirdre Swen neemt Nicoline deel aan de projectgroep die de studiedag namens alle vo-scholen van de Landstede Groep organiseert.

De opzet is dit jaar iets anders. Nicoline: ‘De workshops van het middagprogramma zijn vervangen door bovenschoolse gesprekken op sectieniveau. De groepen stellen we zo samen dat docenten van hetzelfde niveau en vak, maar van verschillende scholen, bij elkaar zitten.’

Deirdre en Nicoline

Deze aanpassing maakt de dag consistenter volgens Nicoline. ‘We willen meer verbinding tussen het ochtend- en middagprogramma. Datgene waarop de twee gastsprekers ’s ochtends ingaan, krijgt ’s middags een praktische doorvertaling. Docenten kunnen zich zo verder in het thema verdiepen, het er met collega’s over hebben en kijken of, en zo ja wat, zij er in hun lessen meekunnen.’

‘Het gaat altijd over leren’

Waarom dit thema? ‘Omdat het nu eenmaal altijd over leren gaat. Het is de overkoepelende term voor alles wat wij doen op school. Neem de Nieuw-Zeelandse professor in educatie John Hattie. Hij wil leren zichtbaar maken. In een van zijn boeken staat: ‘In het leren geef je les en in het lesgeven leer je’. Een prachtig citaat. Je kunt het wel over lesgeven hebben, maar daarbij gaat het vooral om de vraag hoe en in hoeverre we met ons lesgeven het leren van de leerlingen bevorderen.’

‘Binnen onze vo-scholen is daar momenteel veel aandacht voor. Maar om als scholen en docenten de leerling en zijn leergedrag echt centraal te kunnen stellen, moet je weten hoe leren werkt en hoe je aansluit bij die leerlingen en de diversiteit aan leervragen. Leerlingen echt op maat laten leren vraagt nogal wat van docenten.’

De feedbackvragen van Hattie helpen daarbij volgens Nicoline: ‘Belangrijk is om je doelen helder te hebben: waar ga je heen? Vervolgens moet je weten waar je staat en wat je wilt, oftewel: wat is je volgende stap. Deze vragen spelen overigens op alle niveaus: dus bij leerlingen en docenten, maar ook bij de docenten, de ondersteunende medewerkers, de leidinggevenden en de teams. Iedereen moet leren.’

Prefrontale hersenschors

De studiedag begint in Theater De Spiegel. Twee gastsprekers gaan daar ’s ochtends in op het thema. ‘Ze gaan de docenten inspireren met recente inzichten over hersenen en de ontwikkeling van pubers’, zegt Nicoline.

Margriet Sitskoorn, neuropsycholoog en hoogleraar aan Tilburg University, trapt af. Sitskoorn onderzoekt de interactie tussen brein (de prefrontale hersenschors) en omgeving. Ze zegt: ‘In onze complexe, veranderende maatschappij met veel onvoorspelbare en onzekere situaties moeten we dagelijks duizenden ingewikkelde keuzes maken. Een maatschappij met veranderde opvattingen over privacy en identiteit. Tot die wereld moeten jongeren zich verhouden. En wie dan niet de moeite doet om in regie te komen, wordt geregisseerd door andere mensen of andere dingen.’

Daarom is het volgens Sitskoorn belangrijk dat jongeren zelfregulerende vaardigheden ontwikkelen. ‘Want hebben ze die niet, dan ontsporen ze. In het tv-programma “Dream School” kun je daarvan de voorbeelden zien’, illustreert Nicoline.

Gelukkig zijn hersenen volgens Sitskoorn in staat zich aan te passen. Nicoline: ‘Het is ontzettend belangrijk dat jongeren zich dat realiseren, want dat motiveert hen om te leren. Daarbij komt: wat je veel doet, ontwikkel je. Daarom is het ook zo belangrijk dat we hun gedrag beïnvloeden, ervoor zorgen dat een leerling voor succesvolle zelfsturing de juiste vaardigheden - denk aan zelfreflectie, sociaal gedrag en creativiteit - ontwikkelt.’

‘Belangrijk voor die succesvolle zelfsturing is die prefrontale hersenschors. De combinatie van liefde, vertrouwen, structuur en consequenties leren is heel belangrijk voor de ontwikkeling daarvan. Als docent help je leerlingen door af en toe hun externe hersenschors te zijn.’

Potentie plus plezier is talent

Het verhaal van Sitskoorn krijgt een praktische vertaling in de sessie van Sander van Duijn van Youngworks. Dit bureau richt zich op wat jongeren denken, doen en willen. Talent, en de ontwikkeling daarvan, is daarbij cruciaal. Maar wat is talent eigenlijk?

Nicoline: ‘In hun boek “Talent binnenstebuiten” beschrijven ze talent niet als iets wat je wel of niet hebt, maar definiëren het als de potentie om ergens goed in te worden. Je hebt een talent als iets - wat dan ook - je makkelijk afgaat. En heb je er plezier in, dan ben je waarschijnlijk gemotiveerd ermee door te gaan. Voor hen is talent: potentie plus plezier. Overigens is talent niet alleen voor de happy few, het is voor iedereen. Daarbij komt dat hoe jonger je talent ontwikkelt, hoe beter.’

‘Maar hoe doe je dat? Welke factoren bepalen hoe iemand zich ontwikkelt op gebieden als: sport, wetenschap, presenteren, muziek… Welke rol spelen karaktereigenschappen, training en motivatie?

We zijn geneigd succes en intelligentie te personaliseren en zo het belang van de omgeving te onderschatten. In hoeverre stimuleert de omgeving de ontplooiing van natuurlijke nieuwsgierigheid? En hoe ziet die stimulerende omgeving eruit? Aan de hand van herkenbare voorbeelden en prikkelende vragen vertelt Van Duijn het ons allemaal.’ 

Best practices uitwisselen

’s Middags gaan de docenten groepsgewijs met elkaar in gesprek naar aanleiding van de presentaties van Sitskoorn en Van Duijn. ‘We hopen dat het bij elkaar zetten van docenten van verschillende scholen interessante gesprekken oplevert. Daarbij zoeken we niet direct naar oplossingen’, benadrukt Nicoline.

‘Wat we willen is dat docenten doorpraten over wat ze hebben gehoord, dat ze kijken wat de betekenis ervan is voor hun vak en de dagelijkse praktijk. Dat ze best practices uitwisselen - “wat doen we goed” - en kijken welke ideeën of inzichten ze, op korte of langere termijn, kunnen toepassen. En dat ze ook onderzoeken met welke vragen en overwegingen ze dan te maken krijgen.’ 




Volgende
1 2 3 4 5 6 7