Landstede Groep
   
Jaargang 1 | Editie 10 | Archief 2015 - 2019

VO-raad: ‘Tegen verdeel en heers’

De Voortgezet Onderwijsraad (VO-raad) is een vreemde eend in de bijt binnen de raden van Landstede Groep. Officieel heeft het orgaan geen bestaansrecht, maar de VO-raad doet er zeker toe, zeggen voorzitter Peter Veldhuis en secretaris Marianne Klop. ‘Zonder de raad valt het beleid terug in verdeel en heers.’

Wat is de VO-raad?
Peter: ‘De VO-raad is een platform waar vertegenwoordigers van de voortgezet onderwijsscholen van Landstede Groep met elkaar overleggen en informatie uitwisselen. Besluiten worden vervolgens binnen de eigen Medezeggenschapsraad (MR) genomen.’

De VO-raad heeft dus zelf geen bevoegdheden?
Peter: ‘Ja, dat klopt. In die zin hebben we een bijzondere positie. Onze organisatiestructuur lijkt op die van de Centrale Ondernemingsraad die de belangen van het mbo behartigt. Wij behartigen de belangen van het voortgezet onderwijs, maar omdat we onder een andere wet vallen, is onze rol anders.’

Marianne: ‘Eerder heetten we de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Van die naam hebben we onlangs bewust afscheid genomen, omdat Medezeggenschapsraad impliceert dat daarin ook ouders en leerlingen vertegenwoordigd zijn, zoals in de Medezeggenschapraden op de locaties. Maar dat is bij deze overkoepelende raad niet het geval. Bij ons zitten alleen docenten, vandaar de naam VO-raad.’

Wat is jullie toegevoegde waarde wanneer je geen rechtsgeldige positie hebt?
Peter: ‘Er zijn in totaal zo’n 14.000 leerlingen op onze vo-scholen. Daar komen de docenten nog bij. Dat is een enorm aantal. Dan is het goed om van elkaar te weten hoe het er op die scholen aan toe gaat. Wat gebeurt er op het terrein van financiën, onderwijsbeleid of leeftijd gerelateerd personeelsbeleid?

Marianne: ‘Wij worden bijvoorbeeld per kwartaal op de hoogte gebracht van de financiële situatie van de scholen. Tijdens onze overleggen bespreken we de verschillende aanpakken.’

Peter: ‘Stel je voor, en nou neem ik een optimistisch standpunt in, dat een school een financieel overschot heeft. Dan bespreken we wat daarmee gebeurt. Klassen verkleinen? Intensiveren van nieuwe onderwijsplannen? Aanschaf van nieuwe leermiddelen? Vaker zijn er natuurlijk tekorten. Dan praten we over oplossingen en kijken we hoe andere scholen dat doen. Het is dus ook een geweldige manier van nieuwsgaring. Die info kun je meenemen naar je eigen MR of daarover in gesprek gaan met je eigen directie.’

Wat is jullie eigen drijfveer om in de VO-raad te zitten?
Marianne: ‘Jaren geleden was er vanuit Ichthus Dronten niemand vertegenwoordigd in de MR Ichthus Dronten-Kampen. Ondertussen waren we wel een grote school aan het worden. We groeiden enorm, van 200, naar 400 naar uiteindelijk wel 1000 leerlingen. Ik vond het nodig dat ook onze stem gehoord werd en ben lid geworden. Een jaar later was ik voorzitter en zo ben ik ook in deze functie van secretaris van de VO-raad gerold.’

Peter: ‘Ik kom graag op voor het belang van de leerlingen en van de docenten. Het is heel belangrijk dat de docenten zich gekend voelen. Niet de oude rakkers waartoe ik mezelf reken, maar vooral de jongeren die binnenkomen. Een voorbeeld: leerlingen moeten nu allemaal gepersonaliseerd leren; leren op maat. Hoe wil je dat realiseren wanneer je met zijn vierendertigen in een klaslokaal geperst zit? Soms moet ik over tassen springen om achterin de klas te komen. Het personeel moet zich serieus genomen voelen.’

Wat is jullie toegevoegde waarde voor docenten?
Marianne: ‘Als de VO-raad er niet zou zijn, valt het beleid terug in verdeel en heers. Dan worden er door de scholen afzonderlijke afspraken gemaakt met het CvB. Wij polsen wat er leeft en bekijken welke oplossingen scholen hebben bedacht voor bepaalde problemen. We brengen casussen in en spreken daarover met als doel om het beste voor alle scholen te bewerkstelligen. We zijn vertegenwoordigers van onze eigen school, maar we zitten hier voor het algemene belang.’

Kunnen jullie een concreet voorbeeld noemen?
Peter: ‘Landelijk gezien heeft onderwijzend personeel het grootste aantal burn-out klachten. Vooral dertigers die hun werk met een druk gezin moeten combineren of oudere docenten die moeite hebben om de veranderingen bij te benen. Wij hebben aan het CvB gevraagd: hoe zorgen wij dat onze medewerkers gemotiveerd blijven? Welk beleid is daarvoor? In eerste instantie gaf het CvB aan dat we de overheid daarin volgen. Maar wij weten dat sommige Landstede scholen een eigen leeftijd gerelateerd beleid hanteren. Dat wisten ze niet.’

Marianne: ‘Nu werkt het CvB aan, let op, leeftijdsfasebewust personeelsbeleid. In januari wordt het eerste document opgeleverd. Dan kunnen wij erop reageren. En dan gaat het vervolgens naar de afzonderlijke Medezeggenschapsraden die er vragen over kunnen stellen en ermee kunnen instemmen of niet.’

Peter: ‘Dit kunnen we alleen voor elkaar krijgen omdat we door het CvB worden erkend als raad. Dat betekent dat we een toelichting kunnen vragen over zaken die spelen. Het huidige CvB doet er alles aan om informatie uit te wisselen. Er is een goede overlegcultuur.’

Wat speelt er nog meer?
Peter: ‘We praten al jaren over BYOD; bring your own device. Elke docent moet beschikken over een laptop en een iPad. Nu zijn er verschillen: op de ene school krijgen docenten wel een device, op de andere school moeten ze er zelf een aanschaffen. Wij vinden dat je die docenten moet faciliteren en zo’n device moet aanbieden of uitlenen. De MR van Ichthus Kampen heeft daarvoor een initiatiefvoorstel geschreven.’

Marianne vist een iPad uit haar tas. ‘Bij Ichthus Dronten hebben we allemaal een eigen exemplaar gekregen.’

Peter: ‘Dat bedoel ik! Sommige scholen hebben voldoende budget om dat te doen. Anderen kunnen dat niet bekostigen. Maar je moet zo’n device zien als het krijtje van vroeger. Je hebt het nodig om les te kunnen geven en dus moet de school het aanbieden.’

Dat klinkt logisch, waarom duurt het dan zo lang?
Peter: ‘Noem het de stroperigheid van de besluitvorming, de complexiteit van de organisatie of de enorme financiële impact.’

Marianne: ‘Uiteindelijk is het aan de afzonderlijke MR’en of ze instemmen met een plan. En dan kan het toch weer per school verschillen.’




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10