Landstede Groep
   
Jaargang 2015 | Editie 2 | Archief 2015 - 2019
Thema Passend Onderwijs

‘Verbinding is belangrijker dan geld’

Met de invoering van Passend Onderwijs en de transitie Jeugdzorg, is het (nog) niet altijd duidelijk wie de begeleiding of ondersteuning voor de leerling of student betaalt. Lastig, beaamt Els Vijfhuizen. ‘Maar we moeten niet focussen op geld, het gaat om het onderwijs en de eventuele begeleiding daarbij.’

Belangenorganisatie bezorgd om financiering op scholen’, kopte NRC Handelsblad op 4 maart. Aanleiding was een brandbrief aan de Tweede Kamer van Belangenorganisatie Ieder(in). Zij maken zich zorgen over zorgverzekeraars die niet willen betalen voor begeleiding in de klas. Ouders van kinderen die intensieve zorg nodig hebben, worden door verzekeraars doorverwezen naar de gemeente, die hen weer terugstuurt naar de verzekeraars. De onduidelijkheid is het gevolg van de invoering van het Passend Onderwijs in augustus 2014 en de transitie Jeugdzorg sinds 1 januari, waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor het organiseren van de Jeugdzorg.

‘Veel onduidelijkheid’

Els Vijfhuizen is binnen Landstede verantwoordelijk voor het beleid, de financiën, de implementatie en de externe verbinding als het gaat om Passend Onderwijs. Ook bij Landstede zijn hier en daar ouders of studenten met soortgelijke problemen. ‘Er is nog veel onduidelijkheid’, verklaart Els. ‘Gemeentes en scholen hebben nu een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de leerling of student. Problemen die onderwijs gerelateerd zijn pakken wij op, voor niet onderwijs gerelateerde  problematiek is de gemeente aan zet.

Toen ik onlangs een gemeente vroeg wie de contactpersonen waren voor onze eenheden, was dat nog niet bekend. Voor sommige functies moeten zelfs nog mensen aangenomen worden. Een ander voorbeeld: dyslexie werd eerder vergoed door de verzekeraar, nu zijn er gesprekken gaande met de gemeente of dat uit de AWBZ moet komen of niet. Die onduidelijkheid is vervelend.

Ik begrijp de ouders die met hun verhaal in de krant staan goed, maar het is belangrijk om in gesprek te blijven over een eventueel tijdelijke oplossing, zodat de leerling of student op school kan blijven. Dat is essentieel. Landstede neemt daarin zijn verantwoordelijkheid. Focus daarop en niet op het geld, dan lukt het wel. Scholen, verzekeraars en gemeenten zijn allemaal nog druk bezig de boel op orde te krijgen. Dan gaan er dingen mis, mede omdat in de uitvoering zaken nog niet duidelijk zijn. Ga daar in deze fase flexibel mee om.’

‘Creatief omgaan met geld’

Begeleiding en/of ondersteuning in de klas of groep of per leerling/student wordt sinds 1 augustus gefinancierd uit het budget dat de scholen krijgen uit het samenwerkingsverband Passend Onderwijs (voortgezet onderwijs) of rechtstreeks uit overheidsmiddelen (mbo). De mbo-eenheden krijgen financiële middelen voor extra begeleiding en ondersteuning om te zorgen dat studenten het onderwijs kunnen volgen dat bij hen past. Dit bedrag neemt tot en met 2019 ieder jaar af. Een gevolg van de wettelijk vastgestelde verevening.

‘Dat betekent voor ons dat we op een creatieve manier moeten omgaan met het geld dat we krijgen. Sommige dingen kunnen we misschien efficiënter doen. Eerst kijken wat er op de eenheden/locaties dicht bij student en teams gedaan kan worden. Centraal staat het onderwijs en de pedagogisch-didactische relatie. Deskundigen kunnen daarbij mentoren en coaches adviseren. Professionalisering van docenten en begeleiders op dit onderwerp is ook essentieel.

Het is de bedoeling dat alleen leerlingen of studenten met een ondersteuningsvraag - op het gebied van leren en gedrag, psychosociaal of loopbaan - een traject ingaan met een deskundige. Indien nodig krijgen zij aanvullende begeleiding van Jeugdhulp of bij de arbeidsmarktuitstroom van de gemeente. Aan dat proces werken we nu.’

18- en 18+

Els ervaart vooral last van het onderscheid in wet en regelgeving tussen studenten van 18- en 18+. ‘Een student jonger dan 18 met psychische problemen wordt door de Jeugd-GGZ geholpen. Is hij 18, dan trekken zij hun handen er vanaf omdat hij of zij wettelijk volwassen is. Een eventueel vervolg moet dan via de zorgverzekeraar worden vergoed. Het hangt ook af van de polis of dat mogelijk is.’

Eigenlijk praat Els liever niet over geld. Bijna iedere vraag over financiering, pareert ze met de stelling dat het in het onderwijs niet draait om financiering, maar om onderwijs en begeleiden. ‘Het is onze verantwoordelijkheid om leerlingen en studenten te begeleiden en/of te ondersteunen bij het behalen van hun diploma en om onze mbo-studenten voor te bereiden op de arbeidsmarkt. We moeten daarbij zorgen dat ons pedagogisch-didactisch klimaat op orde is. Geld is daarbij één van de kaders waarmee je creatief moet omgaan.

Wat wij doen, het bieden van onderwijs en begeleiding, is niet wezenlijk veranderd na de invoering van Passend Onderwijs. Het heeft wel aanleiding gegeven, mede door de verandering van een aantal wetten, om er weer eens goed over na te denken. Om te kijken of we onderwijs en begeleiding op orde hebben en hoe we deze goed op elkaar kunnen laten aansluiten. Ook de verbinding met de externe hulp moet opnieuw gebouwd worden. Het is dus meer een procesverandering. Met al die veranderingen is maar één ding belangrijk: dat de leerling en student een diploma behaalt en/of aansluiting vindt op de arbeidsmarkt.’ 




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10