Landstede Groep
   
Jaargang 1 | Editie 4 | Archief 2015 - 2019
Thema Passend Onderwijs

Docent Internationale Schakelklas moet heel flexibel zijn

Docenten van de Internationale Schakelklas (ISK) moeten, meer nog dan andere docenten, flexibel zijn. Het hele jaar stromen leerlingen in die gebaat zijn bij kleine klassen. ‘Je moet dit zien als een vorm van speciaal onderwijs.’

Aan het begin van dit schooljaar telde de Internationale Schakelklas (ISK) aan de Fuchsiastraat zes klassen. Nu, circa een halfjaar later, zijn dat er negen. Instroom van leerlingen vindt het hele jaar door plaats. ‘Wanneer we op tv zien dat er ergens een brandhaard in de wereld is, weten we dat we niet veel later de eerste leerlingen kunnen verwelkomen’, zegt NT2-docent en coördinator Nona Hully-Behoekoe nam radja. ‘En de hoeveelheid is weer afhankelijk van welke regering er is’, vult wiskundedocent en roostermaker Stefanie Sa’ad Bredewoud aan. ‘Eind jaren ’90 hebben we weleens 36 klassen gehad.’

De ISK biedt onderwijs aan anderstalige nieuwkomers tussen de 12 en 18 jaar. Vaak vluchtelingen, maar ook kinderen van buitenlandse werknemers of kinderen die vanwege gezinshereniging in Nederland komen. Iedere leerling krijgt een intake, waarin onder meer wordt gekeken naar het onderwijs in het thuisland en het niveau van het Nederlands. ‘Vandaag is een jongen uit Birma begonnen’, zegt Nona. ‘Hij kent de taal nog helemaal niet en wordt ingedeeld in een beginnersklas.’ Andere mogelijkheden zijn de middenklas of de uitstroomgroep. De meeste leerlingen stromen uit naar het voortgezet onderwijs (vmbo t/m havo) of het mbo.

‘Iedereen heeft respect voor elkaar’

Vandaag heeft Stefanie folders opgehaald voor Hala, een 18-jarige leerlinge die zo’n zeven maanden op school zit. Haar diploma uit Syrië is onlangs gewaardeerd en nu kan ze zich richten op haar vervolgopleiding, een mbo-opleiding niveau-4. ‘Uiteindelijk wil ik naar de universiteit om International Business te studeren’, zegt ze. Ook drie van haar klasgenoten weten al wat ze willen na de ISK. Sareh (15) uit Iran wil tandarts worden, Xusheng (19) uit China hotelmanager en Ali (16), eveneens uit Syrië, soldaat.

Ze vinden het leuk op school. Sareh: ‘In Iran ging ik van 7.00–15.30 uur naar school. De jongens apart van de meisjes. Ik had 14 vakken en veel toetsen. Hier is het beter, je kunt meer zelf kiezen.’ Xusheng vult aan: ‘De school in China was heel zwaar. Ik moest vroeg opstaan, maakte lange dagen en had veel huiswerk.’ Allemaal waren ze gewend om een schooluniform te dragen. Ali: ‘Dit is beter, hier kun je zelf kiezen wat je draagt.’ Wat hen opvalt aan de school is het respect voor elkaar. Hala: ‘Er zijn allerlei nationaliteiten. Iedereen ziet er anders uit, maar niemand wordt gepest. Iedereen heeft respect voor elkaar.’

Verschillende niveaus

Hun klas bestaat uit 18 leerlingen. Dat is iets meer dan gemiddeld. Nona: ‘Het Nederlandse taalniveau bepaalt in welke klas en op welk niveau de leerlingen worden ingedeeld. We hebben leerlingen die analfabeet zijn tot leerlingen die de taal een beetje beheersen. Kleine klassen zijn daarom heel belangrijk. Eigenlijk moet je ons zien als een vorm van speciaal onderwijs.’ Stefanie: ‘Omdat de klassen worden ingedeeld op taalniveau, kan het zijn dat ik in mijn klas met 16 kinderen, 16 verschillende niveaus wiskunde heb. Ik heb een kast vol materiaal, voor ieder wat wils.’

Stefanie en Nona bespreken als mentoren ook andere zaken met de leerlingen. Stefanie: ‘We leren ze dat ze hun agenda moeten meenemen, huiswerk moeten noteren of zich moeten afmelden bij ziekte. Laatst kreeg ik een telefoontje van een leerling die niet kon komen omdat zijn bestelling van wehkamp die dag zou worden afgeleverd. Dan geven we aan dat dat niet de bedoeling is.’

Vrijwilligers

De diversiteit in niveaus, achtergronden en momenten van instroom dwingt docenten om te differentiëren en flexibel te zijn. Misschien wel de belangrijkste vaardigheden van een ISK-docent. Om iedere leerling de aandacht te kunnen bieden die hij of zij verdient, werkt de ISK met vrijwilligers. Nona: ‘Zij gaan bijvoorbeeld met een klein groepje aan de slag met opdrachten die de docent geeft. Zo heeft de docent meer tijd voor leerlingen die extra aandacht nodig hebben en kunnen de leerlingen op hun eigen niveau werken.’

Veruit de meeste leerlingen willen dokter, advocaat of ingenieur worden. ‘Ook de leerlingen die analfabeet zijn’, zegt Nona. ‘Daar gaan we niet tegen in. Ons doel is om hen les te geven en met voldoende capaciteiten te laten doorstromen naar het vo of het mbo. Iedereen mag dromen van zijn eigen toekomst.’




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7