Landstede Groep
   
Jaargang 2 | Editie 5 | Archief 2015 - 2019
Column: Standplaats Jakarta

Docentenhemel

Voormalig Landstede-docent Birgitta Hogendoorn woont sinds november 2015 voor twee jaar in Jakarta, waar haar man meewerkt aan een waterproject. Voor ZinMag schrijft ze columns over haar belevenissen.

Sinds een tijdje ga ik twee keer per week naar de Universitas Indonesia om conversatielessen te geven aan studenten van de grootste faculteit Nederlands ter wereld. Het is vrijwilligerswerk, want een werkvergunning krijg je hier niet gemakkelijk, maar dat maakt me niets uit. Het is heerlijk om in contact te komen met Indonesische studenten en om mijn vak weer uit te oefenen.

Door het tropische park rijd ik de campus op en loop het koele faculteitsgebouw binnen. Het is onwerkelijk. Ineens is de voertaal keurig Nederlands, komend uit heel Indonesische monden. Waarom studeren deze jonge mensen Nederlands in Indonesië? Een van de docenten legt uit: ‘Een academische titel is hier een voorwaarde om een goede baan te krijgen. Als het niet lukt om bij Engels - waar veel meer aanmeldingen zijn - binnen te komen, dan komen ze bij ons.’

Sommige studenten hebben Nederlands nodig omdat ze rechten of geschiedenis studeren, want nog heel veel archiefmateriaal is in het Nederlands. Veel anderen willen in Nederland gaan studeren. Zo’n 1500 studenten per jaar doen dat met een studiebeurs van de Nederlandse en Indonesische overheid in samenwerking met onderwijsinstellingen. Ik bekijk de website van Nuffic: de missie is om goede buitenlandse studenten in Nederland te laten studeren en daarna ook hier te laten werken. Ik denk even aan de vluchtelingen, waar ook hoog opgeleide mensen tussen zitten. Waarom krijgen zij niet ook een dergelijk welkom?

Ze gaan Islamologie studeren. Of Arabische Filologie. (Tot mijn verrassing blijkt Leiden een gerenommeerd centrum te zijn voor deze studies). Maar ook architectuur, antropologie, geschiedenis, fotografie of virologie. Ze willen zich gaan toeleggen op onderzoek. Ze hebben vaak al een studie afgerond. Ze zijn slim, grappig en enthousiast, helemaal niet stijf of serieus, wat ik wel een beetje gedacht had gezien de vele godsdienstwetenschappers.

De docenten hadden me van tevoren gewaarschuwd: ‘Het is moeilijk om ze aan het praten te krijgen. Ze zijn erg verlegen.’ Dat valt gelukkig mee. Dat ik maar zo weinig Indonesisch spreek, is nu een voordeel. Ze moeten wel! Ook vinden ze het leuk om mij wat Indonesisch te leren. En als ze me dan horen stuntelen, is het ook niet meer zo erg om een fout in het Nederlands te maken.

We beginnen met een kennismakingsoefening: ‘Kies een foto als metafoor voor jouw toekomstbeeld in of na Nederland.’ Een studente kiest een kaart van Nederland en wijst op Maastricht: ‘Daar woont familie van mij.’ Een andere kiest een glanzende auto: ‘Als ik hier terugkom, wil ik een hoge functie.’ Een jongen kiest een diepzeeduiker te midden van kleurige, tropische vissen. ‘Hoe dieper je in een onderwerp duikt, hoe meer je te weten komt.’

Ik ben als Katootje op de Botermarkt: ik mag maken wat ik wil. Spelletjes (we zitten met z’n allen in een cirkel op de grond en raden welke naam op ons voorhoofd zit geplakt), liedjes (iedereen zingt uit volle borst mee), luisteren, conversatie, film, alles mag en... ze vinden het allemaal leuk! Ik ben in de docentenhemel!




Vorige
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13