Landstede Groep
   
Jaargang 2015 | Editie 8 | Archief 2015 - 2019

Raad van Inzicht: kritisch en betrokken

Ze vinden dat de urgentie om jongeren anders op te leiden bij Landstede nog niet echt wordt gevoeld. Dat er vaak te weinig wordt ingezet op inhoudelijke kennis. En dat er meer winst te behalen valt als docenten en ondernemers meer samenwerken. Een gesprek met Gerrit Schilstra van Agrifirm Exlan, Wilco Pasman van Stimuland en Remco Rooker van Enexis: drie gedreven én kritische leden van de Raad van Inzicht, het informele adviesorgaan van het College van Bestuur.

Raad_van_Inzicht_Landstede.jpg

Vlnr: Gerrit Schilstra, Wilco Pasman en Remco Rooker

Wat speelt er zoal in jullie vakgebied wat interessant is voor Landstede?
Wilco: ‘Mijn stichting Stimuland houdt zich bezig met projecten op het platteland en richt zich onder meer op burgerparticipatie. Mensen moeten tegenwoordig steeds meer zelf doen. Het is belangrijk dat je leerlingen kennis bijbrengt, maar ook met ze praat over hoe de maatschappij verandert en hoe je daar zelf op kunt inspelen. Richt je dus in je onderwijs ook op ondernemerschap. In onze projecten doen we ook veel aan cross-overs, bijvoorbeeld met zorg. Die cross-overs zie je steeds meer, ook daar moet aandacht voor zijn in het onderwijs.’

Remco: ‘Ik zit meer in de techniekhoek. Door automatisering verdwijnt 80% van de banen in de administratieve dienstverlening. Blijf je daarvoor opleiden, dan sla je de plank mis. Je moet meer focussen op data-analyse én op de ambachtelijke technische vakken. De grote boost zit volgens mij in jongeren die een steeksleutel en een schroevendraaier kunnen vasthouden.’

Jullie zijn een informeel adviesorgaan van het College van Bestuur. Waarover hebben jullie het CvB zoal geadviseerd?
Gerrit: ‘Het is meer een uitwisseling van trends en vragen die in de maatschappij leven. We zijn vorig schooljaar opgericht. In de vier bijeenkomsten die er tot nu toe zijn geweest, hebben we vooral input geleverd voor het strategisch plan. Het CvB heeft daar de grote lijnen uitgehaald en in het strategisch plan verwerkt. Het plan is ook met ons besproken.’

Wat zien jullie in de strategienota terugkomen van jullie bijdragen?
Gerrit: ‘Het belang van een leven lang leren komt duidelijk terug. Ik kom uit de agrarische hoek waar ontwikkelingen snel gaan en veel specialistische kennis vereist is. Dan zijn vaktechnische trainingen belangrijk.’

Wilco: ‘Ik zie de focus op de kwaliteit van onderwijs erin terugkomen, net als het belang van ondernemerschap en cross-overs. Maar deze strategienota loopt tot 2018, je praat dus maar over een paar jaar. Ik denk dat je niet te lang moet wachten om te kijken naar de langere termijn.’

Remco: ‘De richting is goed, namelijk meer focussen op onderwijs. Toch heb ik ook wel het gevoel dat de urgentie om jongeren anders op te leiden nog niet echt gevoeld wordt. Als ik naar de strategienota kijk denk ik ook: wat gaat er nou écht veranderen?’

Wat zou er bijvoorbeeld beter kunnen?
Remco: ‘Nog meer contact tussen onderwijs en bedrijfsleven. Onze laatste bijeenkomst was op de Techniek Academie in Harderwijk. Zo’n academie wordt heel bedrijfsmatig gevoerd en werkt nauw samen het onderwijs en het bedrijfsleven. Dat is het concept voor de toekomst, dat je ook kunt kopiëren naar andere sectoren, zoals de zorg. Ik word er blij van, maar veel mensen vinden dat spannend. Dat snap ik en daar moet ruimte voor zijn, maar hoe lang geef je die ruimte en wanneer zeg je: zo doen we het, want daar heeft de markt behoefte aan? Iets spannend vinden is niet erg. Iets niet willen wel.’

Waarover wordt tijdens de bijeenkomsten van de Raad van Inzicht en het CvB het meest gediscussieerd?
Wilco: ‘We hebben het veel gehad over hoe je het onderwijs meer betrekt bij het bedrijfsleven. Moet je ondernemers vragen een verhaal te komen vertellen op school? Moet je scholen uitnodigen om naar bedrijven te komen? Hoe breng en houd je die interactie op gang?’

Gerrit: ‘Een ander punt van discussie was of je leerlingen moet opleiden als specialist of juist als generalist. Wanneer je als onderwijsinstelling zegt dat vakmanschap het verschil maakt, dan is de succesfactor het aanbieden van vaktechnisch en inhoudelijk onderwijs. Ik vind dat er af en toe te veel wordt ingezet op algemene vaardigheden en te weinig op inhoudelijke kennis.’

Wat hebben docenten aan de Raad van Inzicht?
Wilco: ‘Er ligt een document dat de koers voor de komende jaren bepaalt. Dat geeft rust in de organisatie en daardoor kan de focus en aandacht naar de leerling/student. Daarnaast zouden docenten hun voordeel moeten doen met de ondernemers die in de raad zitten. Dat gebeurt nog te weinig. Als docenten projecten willen zien, zijn ze welkom bij ons. En, voor zover ik weet, bij andere leden van de raad. Het is een uitgelezen mogelijkheid om de theorie te koppelen aan de praktijk, dat maakt het lesgeven mooi en praktisch.'

Remco: ‘Docenten merken er nu denk ik nog te weinig van. Ondernemers in de raad zouden ook vaker een onderwijslocatie kunnen bezoeken om zo meer verbinding te krijgen met het onderwijs. Er zijn altijd zaken die spelen op een school en die het CvB niet hoort. Aan de andere kant zijn er zaken die via het CvB lopen en die we ook heel goed rechtstreeks kunnen oppakken, bijvoorbeeld wanneer scholen moeite hebben met het vinden van stageplaatsen.’

Video werkbezoek Raad van Inzicht aan de Techniek Academie. Het artikel gaat verder onder de video.

Wat is jullie drijfveer om in de Raad te zitten en wat levert het jullie op?
Gerrit: ‘Iedereen heeft de verantwoordelijkheid om iets van zijn ervaring in te brengen, zodat het onderwijs zo goed mogelijk aansluit op de behoeften van de maatschappij. Daarnaast verrijkt het mijzelf door met zoveel verschillende mensen in contact te komen.’

Wilco: ‘Ik kom uit het onderwijs, ik zet me nu als ondernemer graag in om die aansluiting tussen onderwijs en praktijk beter te maken. Het heeft me zelf ook geïnspireerd om bij het opstellen van ons meerjarenplan te kijken hoe wij onderwijs en onderwijsinstellingen meer kunnen betrekken bij ons bedrijf.’

Remco: ‘Er zijn te weinig jongeren die kiezen voor techniek. Het bedrijfsleven vindt altijd dat dat aan het onderwijs ligt. Je kunt dan een grote broek aantrekken, maar als je iets wilt veranderen, moet je je zelf actief opstellen. Op deze manier kan ik met het CvB reflecteren wat er in de markt gebeurt en samen zorgen dat we ons werk kunnen blijven doen.’




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6