Landstede Groep
   
Jaargang 2015 | Editie 6 | Archief 2015 - 2019

Raad van Toezicht: ‘Het gaat om het verhaal achter de cijfers’

Breun Breunissen en Rieke de Vlieger maken deel uit van de Raad van Toezicht (RvT). Wat doet deze raad precies? En wat hebben medewerkers eraan? Een gesprek met twee leden over de rol van deze raad, de ontwikkelingen binnen Landstede Groep en plannen voor de toekomst. ‘Het is geen vrijblijvend baantje. Er werken hier veel mensen, er zijn veel leerlingen en studenten. Daar zijn we ons van bewust.’

Wat doet een Raad van Toezicht?
Breun: ‘We houden toezicht op de organisatie, op de handel en wandel van het College van Bestuur. Het gaat met name om de kwaliteit van het onderwijs en de financiën. Daarnaast stellen wij het College van Bestuur aan en voeren functioneringsgesprekken met de leden.’

Welke middelen hebben jullie tot je beschikking om toezicht te houden?
Breun: ‘We krijgen interne en externe evaluaties, hebben goedkeuringsrecht op de begroting en de jaarrekening, krijgen financiële rapportages en hebben een externe accountant die meekijkt. De zeven leden van de RvT hebben op verschillende gebieden hun sporen verdiend. Zij hebben vrij snel, aan de hand van info die zij krijgen, in de gaten of iets goed gaat of niet. Daarnaast kunnen zij goed kritische vragen stellen.’

Rieke: ‘We voeren ook gesprekken met medewerkers. Het gaat uiteindelijk om het verhaal achter de cijfers. Aan de hand van dat verhaal kun je als RvT conclusies trekken, snappen waarom een begroting negatief is of een opleiding minder goed scoort dan verwacht. Je moet er wel voor zorgen dat dat verhaal niet alleen van het CvB komt.’

Met wie spreken jullie binnen de organisatie nog meer?
Rieke: ‘We hebben enkele malen per jaar overleg met de Centrale Ondernemingsraad (COR) en de Medezeggenschapsraad (MR). Ook bezoeken we in wisselende duo’s de directeuren van de verschillende eenheden. We horen zo wat hen bezighoudt op het gebied van financiën, personeel, onderwijskwaliteit of huisvesting. Zo krijgen we een beter en completer beeld van wat er speelt.’

Breun: ‘Vanaf november geven directieleden in toerbeurt een pitch van zo’n tien minuten in de vergadering van de RvT. Wat hebben zij het afgelopen jaar bereikt, waar zijn ze trots op, waarover maken ze zich zorgen en wat zijn de plannen voor het komend jaar? Het is tegelijkertijd een manier om te zien met welk elan de betreffende school wordt bestuurd.'

Jullie stellen het CvB aan, door wie worden de leden van de RvT aangesteld?
Rieke: ‘Door de RvT zelf, maar we worden daarin wel extern begeleid door een onafhankelijke adviseur. Ook betrekken we het CvB, de MR en de COR bij het opstellen van een profielschets en bij de selectie.’

Hoe is jullie RvT georganiseerd?
Rieke: ‘We hebben een auditcommissie, een remuneratiecommissie en sinds twee jaar een onderwijscommissie. De auditcommissie praat met financiële medewerkers over de begroting, de financiële rapportage en de jaarrekening. En zij spreken met een externe accountant. De onderwijscommissie spreekt met de medewerkers van Landstede die het kwaliteitsmanagement in de organisatie beheren. De remuneratiecommissie houdt functioneringsgesprekken met de CvB-leden.’

Waarom is er pas sinds twee jaar een onderwijscommissie?
Breun: ‘In de vorige samenstelling van de RvT is begonnen met het aanbrengen van een scheiding tussen de onderwijsorganisatie en overige zaken. De focus moest meer op de kwaliteit van onderwijs komen te liggen. Toen twee jaar geleden de RvT voor de helft vernieuwd werd, is gezocht naar nieuwe leden met die expertise.’

Wat is de grootste uitdaging voor de RvT de komende jaren?
Breun: ‘Het speerpunt is het structureel borgen van de onderwijskwaliteit, de corebusiness van Landstede. Dat betekent heel wat in deze organisatie, omdat Landstede ook een heleboel andere activiteiten deed en doet. Het tweede accent is het aanbrengen van een scheiding tussen publiek en privaat, dus tussen onderwijs en bijvoorbeeld kinderopvang, welzijn en kringloop. En alleen participeren in die zaken die bijdragen aan de corebusiness onderwijs. Waar we onze doelen ook bijvoorbeeld via een netwerkorganisatie kunnen bereiken, gaat daar de voorkeur naar uit.’

Is die scheiding door jullie geïnitieerd?
Rieke: ‘Het is al jaren een groot gespreksonderwerp in de RvT. Tegelijkertijd is het ook een kwestie van tijdgeest. Afgelopen decennia werd vanuit de ondernemersgedachte de manier waarop Landstede haar organisatie had opgezet erg gewaardeerd. Dat is nu gekanteld. Het wordt nu als te risicovol gezien en het leidt af van het uiteindelijke doel: het bieden van goed onderwijs.’

Breun: ‘Uiteindelijk moet je erkennen dat onderwijsinstellingen geen ondernemingen zijn en bestuurders geen ondernemers. Op sommige plekken was dat binnen Landstede wellicht wat doorgeschoten. Maar het is pretentieus om te zeggen dat wij die scheiding bedacht hebben. Ook de financiële problemen van 2012 en het rapport van de inspectie hebben een rol gespeeld. Deze RvT heeft wel, samen met het CvB, geprobeerd de vaart in die verandering te vergroten.’

Er is een roerige tijd geweest binnen de organisatie met wisselingen in het CvB. Hoe kijken jullie terug op die tijd?
Rieke: ‘Ik vond het heftig. Het gaat echt ergens over. Het raakt iedereen. Ons als RvT, de medewerkers, de buitenwereld, de mensen waarover het gaat. Je moet manoeuvreren om daar met elkaar zo goed mogelijk uit te komen.’

Breun: ‘Dan voel je dat je als RvT een behoorlijke verantwoordelijkheid hebt. Het is geen vrijblijvend baantje. Er werken hier veel mensen, er zijn veel leerlingen en studenten. Daar zijn we ons van bewust.’

Valt de RvT iets te verwijten de afgelopen jaren?
Breun: ‘Ik weet niet of ons iets te verwijten valt. Laat ik het zo zeggen, in het rapport van de inspectie staat dat de RvT iets actiever toezicht had kunnen houden. Ik vind het lastig om mij daar over uit te spreken, want wij zaten er nog niet in. Maar het is niet voor niets dat er nu meer aandacht wordt besteed aan de organisatie.’

Kun je een voorbeeld geven van beleid dat mede door jullie is geïnitieerd?
Rieke: ‘Een belangrijke interventie was het opstellen van een profiel voor de nieuwe voorzitter van het CvB en het aanstellen van Theo Rietkerk als voorzitter. Ook dat hebben we samen gedaan met directieleden en MR.’

Breun: ‘Daarnaast is niet altijd duidelijk wie waar verantwoordelijk voor is binnen deze organisatie. Daar willen wij verandering in aanbrengen en dat zal ook invloed hebben op de directiestructuur. We hebben op CvB-niveau aangegeven dat we een voorzitter hebben die daadwerkelijk eindverantwoordelijk is. We willen van een familiecultuur meer toe naar een professionele cultuur.’

Rieke: ‘Waarbij we het goede van een familiecultuur willen behouden. We willen elkaar op de goede manier aanspreken en op een professionele manier waarderen.’

Wat gaat bij Landstede goed en wat kan beter?
Breun: ‘Er gaat heel veel goed. Financieel gaat het een stuk beter. Op het voortgezet onderwijs behalen we goede scores, dat geldt ook voor de meeste mbo-opleidingen.’

Er zijn nog wel steeds zwakke opleidingen.
Rieke: ‘Het is de kunst dat Landstede daarvan leert. We hebben nu geconstateerd dat op een aantal scholen de kwaliteit van het vwo onder druk staat. Een aantal jaren geleden gebeurde dat ook op één van de scholen. Laat de anderen van deze school leren. Wat hebben zij gedaan om het zo voor elkaar te krijgen dat het nu tiptop is? We moeten zorgen dat de onderwijskwaliteit over de hele linie op orde is en dat scholen daarvoor niet zelf het wiel hoeven uit te vinden.’

Breun: ‘Het CvB en de RvT moeten niet verrast worden door slechte cijfers. We moeten voldoende monitoring en kengetallen hebben om te weten dat wanneer er ergens iets aan de hand is, de kwaliteit te veel onder druk kan staan. En dan moet daar iets aan gedaan worden. Als de inspectie komt, moeten wij kunnen zeggen: “Bij die opleiding kun je nog weleens wat aantreffen, maar daar zijn we al volop mee bezig.”’

Wat is jullie drijfveer om RvT-lid te zijn?
Breun: ‘Vanwege mijn algemene maatschappelijke betrokkenheid. Naast mijn baan in het bedrijfsleven, ben ik altijd bestuurlijk actief geweest als Raadslid en Statenlid. Op die twee benen aan de slag zijn, heb ik altijd als heel inspirerend ervaren. Die ervaring wilde ik graag kwijt. Ik doe het met erg veel plezier.’

Rieke: ‘Ik doe het vanuit maatschappelijke betrokkenheid en de wil om mijn ervaring te delen. Ervaring die ik onder meer heb opgedaan in het beroepsonderwijs. Daarnaast vind ik Landstede een boeiende organisatie vanwege de combinatie van onderwijs en ondernemerschap. En hoe ze daarin balanceren.’ (Lachend) ’En daar heb ik de afgelopen jaren goed inzicht in gekregen.’




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8 9