Landstede Groep
   
Jaargang 3 | Editie 4 | Archief 2015 - 2019
Column: Standplaats Jakarta

Adoptie alom

Voormalig Landstede-docent Birgitta Hogendoorn woont sinds november 2015 voor twee jaar in Jakarta, waar haar man meewerkt aan een waterproject. Voor ZinMag schrijft ze columns over haar belevenissen.

Als we na een autorit van twaalf uur naar de lichte plek in de donkere tropennacht lopen, komen we aan op een veranda waar een grote man aan een tafel een biertje zit te drinken. We zijn niet de enige gasten. Aan de tafel zitten nog twee mensen. Eef verdeelt zijn aandacht tussen zijn Oostenrijkse tafelgenoten (goede sponsors en jaarlijkse gasten) en ons, zijn verreisde, verpieterde nieuwe gasten, die dankbaar nog een laat maal en een koud biertje aanvaarden.

Ooit, in 1993, maakte deze man een reis naar Sulawesi, samen met zijn vrouw Nel. Ze ontmoetten er Herson (Son), toen een jonge man die hun als gids diende. Son werkte destijds in de rijstvelden, vertelt hij. ‘Als je dat soort werk doet, is er geen energie over voor andere dingen. Je verdient net genoeg om eten te kopen.’

Ze sluiten vriendschap en Eef en Nel gaan regelmatig terug naar Sulawesi. Als in 1998, na een dronken ruzie tussen twee groepen jongeren, de vlam in de pan slaat en moslims en christenen elkaar op grote schaal beginnen uit te moorden, komt Son een periode naar Eef en Nel in Nederland. Ze houden contact en Eef en Son vatten het plan op om ‘iets’ te gaan doen aan het probleem van de vele kinderen in het gebied die onder barre omstandigheden leven. Stukje bij beetje bouwen ze samen - en met hulp uit Nederland - Dolidi Ndano, een klein resort op de heuvelachtige oever van het serene Posomeer. Het dient als financiële basis voor het kindertehuis waar vanaf 2010 twintig kinderen wonen.

Eef leidt ons rond (op krukken, want hij is hard aan een nieuwe knie toe). Twee rijen kamers, een voor de jongens en een voor de meisjes. In elke rij is één kamer de belangrijkste: de studeerkamer. Hier maken de kinderen hun huiswerk. Keurige tafels en een boekenkast. Eef en Son zien onderwijs als de belangrijkste manier om de kinderen een beter leven te bieden. Voor elk kind wordt goed bekeken welke school in de buurt het meest geschikt is. Son rijdt elke ochtend met het busje vol kinderen in nette schooluniformen naar Tentena om ze bij de verschillende scholen af te zetten. De trots van het huis zijn de vier eerste meisjes die inmiddels cum laude afgestudeerd zijn op de middelbare school en nu in Makassar verder studeren (en die in de vakanties toch het liefst naar huis, Dolidi Ndano, komen).

Voor elk kind wordt zorgvuldig gezocht naar de beste mogelijkheden. Op dit moment wordt er gebouwd aan een werkplaats om ook de kinderen ‘die niet zo’n leerhoofd hebben’ passende leermogelijkheden te bieden. In het huis wonen een ‘moeder en vader’ die voor de kinderen zorgen en hen begeleiden, maar ook Eef en Son kennen de kinderen goed. Als we door het kinderhuis lopen, wordt Eef overal vrolijk begroet. ‘Eef is geweldig’, zegt de moeder van het huis en een paar meisjes giechelen instemmend. De grote lobbes op krukken staat er gegeneerd, maar ook glunderend bij.

In 2012 overlijdt Eefs vrouw Nel. ‘Papa’, zegt Son tegen hem, ‘Kom toch bij ons wonen. Je zit daar maar alleen in Nederland en hier kunnen we voor je zorgen.’ Eef moet daar over nadenken. Zijn familie in Nederland vindt het geen goed idee. ‘Wat moet je daar in de jungle, zonder goede medische voorzieningen!’ Maar Eef waagt de sprong en hij emigreert naar Indonesië. Hij is immers al ‘de opa van Nathan’, zoals hij in het dorp genoemd wordt. Nu woont hij bij Son, Joyce en Nathan op Dolidi Ndano.

In de nazomer gaat het resort een maand dicht. Eef heeft een knieoperatie nodig, want het lopen over de steile paden van Dolidi Ndano is inmiddels erg pijnlijk. Joyce, Son en Nathan gaan dan mee, want ze moeten toch voor papa zorgen…




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8