Landstede Groep
   
Jaargang 3 | Editie 8 | Archief 2015 - 2019

Nieuw vak THINK laat leerlingen nadenken over zichzelf en elkaar

Hoe ga je om met verleidingen van drugs en alcohol? Hoe geef je je grenzen aan? En wat is een gezonde levensstijl? Bij het nieuwe vak THINK op school komen deze en andere vragen aan bod. Teamleider Peter Gerritsen van TalentStad in Zwolle is mede-ontwikkelaar en was initiatiefnemer voor de pilot in de onderbouw van zijn school. Inmiddels vormen de THINK-lessen een vast onderdeel van het lesaanbod. Zes andere scholen starten er dit schooljaar voor het eerst mee.

Vier jaar geleden kreeg TalentStad voor het eerst een afdeling onderbouw. Een mooi moment om te starten met THINK op school, vond Peter. Hij had toen al langere tijd contact met Marieke Snel van De Kern maatschappelijk dienstverlening. Samen spraken ze over het ontwikkelen van een nieuwe sociaal-emotionele leerlijn. Die moest het preventie-aanbod van maatschappelijke organisaties en vragen van leerlingen en docenten bij elkaar brengen.

Vier thema’s als basis

Het concept draait vooralsnog om vier thema’s: omgaan met verschillen, goed zijn voor jezelf, vriendschappen en relaties, en gezondheid. Leerlingen, scholen en ouders geven aan met welke thema’s zij aan de slag willen en geven input. Vervolgens koppelt THINK op school daar maatschappelijke organisaties aan. Gastdocenten van deze organisaties bereiden samen met de mentor een lessenreeks voor. Leidend bij de lessen zijn de 4G's: Gebeurtenis, Gedachte, Gevoel en Gedrag. Met behulp van deze 4G’s leren leerlingen dat ze zelf invloed hebben op hun denken.

Wennen

‘Het was in het begin wel wennen’, zegt Peter. ‘Wie doet wat? Wie neemt de verantwoordelijkheid tijdens zo’n les? Mentoren moeten zich soms best kwetsbaar opstellen. Dat is niet voor iedereen even makkelijk.’ Dat geldt ook voor de leerlingen. ‘Toch bleek gaandeweg dat leerlingen in een veilige omgeving best veel van zichzelf durven te laten zien.’

Meer begrip voor elkaar

Daphne (14) zit in het derde jaar van Kader excellent. ‘Wij hebben een hechte groep. Voor sommige kinderen was het juist fijn om iets te delen waar ze mee zaten. Het zorgt ook voor meer begrip. Je oordeelt soms snel over elkaar, maar als je weet waarom iemand zich op een bepaalde manier gedraagt, helpt dat.’

Vorm en inhoud aangepast

Tijdens de pilot kwam een aantal dingen naar voren: de lessen leken wel erg veel op elkaar, vaak was er een PowerPoint en een filmpje. Ook waren de gastdocenten geneigd om de lessen te vol te stoppen. Peter: ‘Als mentor weet je dat je zo’n klas ruimte moet geven. Je planning durven los te laten als het moment daarom vraagt.’ In overleg met THINK op school werden inhoud en vorm iets aangepast. Ook werd besloten om de mentor de les te laten afsluiten, ook als die door de gastdocent werd gegeven. ‘Dan kon hij nog even de informatie samenvatten. Maar het was ook praktisch: nog even zeggen dat de stoelen op de tafel moeten, bijvoorbeeld.’

Beweeglessen

Een van de betrokken organisaties is SportService Zwolle. Buurtsportcoach Sanne Weijschedé gaf een beweegles rondom de onderwerpen Goed zijn voor jezelf en Omgaan met verschillen. ‘Een les waarin we met een activiteit teruggrijpen op wat de leerlingen in de voorgaande THINK-lessen hebben geleerd. Dat deden we laatst met patroonbal, de leerlingen spelen elkaar in een kring volgens een vast patroon een bal toe. Een meisje schoot de bal op een gegeven moment keihard in de buik van een medeleerling. Dan gaan we het gesprek aan met de hele groep en met de betrokken leerlingen: ‘Wat gebeurde er, waarom doe je dit, welke grens zoek je op? En hoe had je de 4G’s kunnen inzetten?’ Het bleek dat ze het gewoon grappig vond en zich niet bewust was van de impact van haar actie op haar medeleerling.’

Aangeven van grenzen

Een andere beweegles gaat over het aangeven van grenzen. ‘Daarbij loopt een leerling op een andere leerling af. Degene die stilstaat, moet aangeven tot hoe dicht de ander hem of haar mag naderen. Belangrijk hierbij is dat je je onderbuikgevoel serieus neemt: de ene persoon laat je dichterbij komen dan de ander. Het gaat er niet om waarom dat zo is, maar dat je luistert naar je gevoel en dat durft uit te spreken.’ 

Ik weet nu beter hoe ik met een conflict moet omgaan’

Vrije invulling van de lessen

Jasper (14), derdejaars leerling Bouwen, Wonen en Interieur, is een voorstander van de beweeglessen. ‘Ik vind het fijn dat ik dan even niet hoef te zitten.’ Daphne houdt juist meer van de praatlessen. ‘En daar merk je het voordeel van THINK op school’, zegt Peter, ‘het is geen vaste methodiek. Per school en zelfs per klas kun je lessen invullen en laten aansluiten op wat nodig is. Dat is voor mij een pluspunt ten opzichte van andere methodes. Een ander voordeel is dat je werkt met professionele organisaties. Dat biedt continuïteit - je bent voor je lessen niet afhankelijk van één persoon - en kwaliteit. Het leuke is ook dat het mentoren wat oplevert. Tijdens de les van de gastdocent zijn zij ook aanwezig en dat levert hen weer nieuwe inzichten op over de dynamiek in de groep.’

Elkaars mening respecteren

Daphne Wittenberg geeft vanuit het COC Zwolle gastlessen over onder meer seksuele diversiteit en genderidentiteit. ‘We gaan vooral met elkaar in gesprek: over wat LHBTI is, hoe leerlingen aankijken tegen homoseksualiteit, of zij zich hierover op school veilig kunnen uitspreken. Belangrijkste is dat ze elkaars mening respecteren en er een veilige sfeer is in de klas om je mening te geven.’ De leerlingen zijn open, ervaart ze. En weten vaak meer dan ze had verwacht. ‘Komen ze ineens met YouTube filmpjes op de proppen over transgenders of genderidentiteit.’ Onlangs nog werd ze geraakt door een opmerking van een 13-jarige leerlinge. ‘Ze vond het raar dat homoseksualiteit als iets raars werd gezien. “Iedereen mag toch zijn wie hij wil zijn?” Die opmerking zegt precies waar het COC voor staat.’

Betere sfeer en meer zelfredzaamheid

Leerlingen krijgen geen cijfer voor het vak. ‘Want’, zegt Peter, ‘het is lastig te beoordelen. Daar liepen wij ook wel tegenaan. Want hoe meet je of de pilot geslaagd is? Harde cijfers zijn er niet, maar ik heb toch het idee dat THINK op school bijdraagt aan meer zelfredzaamheid en een goede sfeer. Leerlingen weten meer van elkaar, waardoor ze meer begrip voor elkaar tonen. Ze zeggen zelf trouwens ook dat ze er baat bij hebben. Dat ze handvatten hebben gekregen om zelf goed na te denken wat ze willen en wat ze ergens van vinden.’

Klopt dit wel?

Daphne is positief: ‘Ik heb geleerd hoe je met elkaar omgaat, om nee te zeggen, rekening te houden met anderen en om op mijn eigen gevoel af te gaan. Maar ook om te bedenken: klopt dit wel wat ik nu hoor of lees? Als ik nu een conflict heb, denk ik niet: wat moet ik nu doen? Maar: o ja! Ik weet nog hoe ik daarmee moet omgaan.’

Jasper: ‘Ik vond het fijn dat we bij THINK van mensen uit de praktijk hoorden hoe bepaalde zaken gaan. Ik heb het meest gehad aan het thema gezondheid, omdat hierin duidelijk werd gemaakt hoe je gezond eet, wat voor vitaminen je nodig hebt, hoeveel water je moet drinken. Dus hoe je door gezond te eten, gezond blijft. Het onderwerp verslaving vond ik niet zo geweldig. Het enige wat ik anders zou willen, is meer beweeglessen.’ 




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8