Landstede Groep
   
Jaargang 4 | Editie 8 | Archief 2015 - 2019
Leren over de grens

Eindexamen bepaalt in China waar je terechtkomt

In deze serie kijken we naar hoe het onderwijs in het buitenland georganiseerd is en vragen docenten naar hun mening en ervaringen. In deze aflevering: China. Bedrijfseconomie- en M&O-docent Remon Korteweg van het Carolus Clusius College vertrok vlak voor de herfstvakantie met een collega en achttien 5 vwo-leerlingen naar Beijing. Het was de tweede keer dat hij mee was met de uitwisseling.

Hoe zag het programma eruit?
‘Iedere leerling werd gekoppeld aan een Chinese leerling en logeerde bij hem of haar thuis. De leerlingen volgden op school enkele lessen en kregen er workshops, waaronder Tai Chi, boogschieten, kalligrafie en Chinese muziek. Daarnaast hadden we enkele culturele uitstapjes, onder meer naar de Chinese muur, de Tempel van de Hemel en het Olympisch Park.

Wat is volgens jou een groot verschil met het onderwijs in Nederland?
‘Wat meteen opvalt is dat alle leerlingen een uniform dragen. In de les zie je dat het meer docentgestuurd en minder leerlinggestuurd is dan in Nederland. De docent is relatief veel aan het woord en stelt af en toe een korte vraag aan een leerling. Ook heb ik het idee dat leerlingen minder samenwerken in groepjes en minder presentatievaardigheden aanleren.

Docenten stonden overigens met hun oren te klapperen toen ze hoorden dat wij in Nederland met een fulltime werkweek zo’n vijfentwintig uur voor de klas staan. In China bestaat een fulltime lesweek uit tien uur lesgeven. Docenten besteden wel meer tijd aan de voorbereiding van de lessen.’

Hoe ziet een gemiddelde schooldag eruit op de school die jullie bezochten?
‘De schooldag begint met een korte ochtendlezing over bijvoorbeeld Chinese cultuur of politiek. Vanaf 8.00 uur starten de lessen. Rond 10.30 uur is er een korte beweegpauze. Chinese scholen zijn verplicht om een uur per dag aan beweegonderwijs te geven. Het ochtendprogramma duurt tot 12.00 uur. Na de lunch gaan de lessen weer verder tot 17.00 uur. Sommige leerlingen blijven ’s avonds nog op school voor bijlessen, sommigen ook in het weekeind.’

Dat zijn lange dagen.
‘En dan maken leerlingen vaak ’s avonds ook nog tot 22.00 of 23.00 uur huiswerk. Het eindexamen is in China heel belangrijk. Het bepaalt voor een groot deel hoe en waar je terechtkomt in je leven. Wanneer je in Nederland je havodiploma niet haalt, zijn er allerlei wegen om alsnog op de universiteit te komen als je dat zou willen. In China is dat lastiger, dus iedereen wil meteen zo goed mogelijk presteren.’

Er blijft dan weinig tijd over voor ontspanning, sportclubs of een bijbaantje. 
‘Dat kennen ze ook niet echt in China. Veel sporten zijn gelieerd aan school. Op onze campus werd onder meer Tai Chi en boogschieten aangeboden. Wanneer er voetbaltoernooien worden gehouden, zijn dat ook toernooien tussen scholen, niet tussen verschillende clubs. Leerlingen hebben dus minder vrije tijd dan hun leeftijdsgenoten in Nederland. En wat die bijbaan betreft, dat mag in China pas na je achttiende.’

Zijn er aspecten die je graag zou terugzien in het Nederlandse onderwijs?
‘Muziek maakt deel uit van het onderwijs. Veel Chinese leerlingen zitten op pianoles. Daarvoor zijn speciale ruimtes ingericht op school. Muziek zou wat mij betreft ook op het CCC wel een belangrijkere rol mogen spelen. En op de school waar wij waren, moesten leerlingen voor het eerste uur hun mobiel inleveren om hem na het laatste uur weer terug te krijgen. Dat lijkt mij ook wel wat. Leerlingen zijn ook gemotiveerder. Dat is helaas niet iets wat je een op een kunt overnemen, maar dat mis ik hier soms wel.’ 

Speelt technologie een grote rol in het onderwijs?
‘Vooraf dacht ik dat wel. Mijn idee was dat China qua technologie voorloopt op ons en dat ik dat zou terugzien op school. Maar in de praktijk heb ik daar niet veel van gemerkt. De wifi op de campus is slecht en ze werken er veel met vaste computerstations. Google en YouTube werken niet in China, daar hebben ze alternatieven voor. Mijn idee is dat die eigen platformen minder toegankelijk zijn voor het onderwijs.’

Bieden ze vakken aan die we hier niet geven?
‘Behalve de sporten zou ik dat zo niet weten. Andersom in ieder geval wel. Ik ben docent economie, maar dat vak kennen ze daar helemaal niet.’ 

Eerder in deze serie Over de Grens:




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8 9