Landstede Groep
   
Jaargang 2 | Editie 1 | Archief 2015 - 2019
Column: Standplaats Jakarta

Orang besar, orang kecil

Voormalig Landstede-docent Birgitta Hogendoorn woont sinds november 2015 voor twee jaar in Jakarta, waar haar man meewerkt aan een waterproject. Voor ZinMag schrijft ze columns over haar belevenissen.

Een van de meest ongemakkelijke en tegelijk luxueuze dingen van ons leven hier, is het enorme verschil in rijkdom. Onze ibu Penny, de hulp in de huishouding, noemt dat met een klein lachje orang besar en orang kecil: grote mensen, kleine mensen. Hoewel haar salaris in vergelijking met anderen aan de hoge kant is (ongeveer € 200,- per maand), kan het zo maar gebeuren dat ik dat bedrag binnen een week aan boodschappen uitgeef. Ter vergelijking: een chauffeur verdient hier 1,5 miljoen roepia (€ 100,-), een jonge ingenieur 5 miljoen roepia (€ 335,-).

Dit geeft buitenlanders een dilemma. Aan de ene kant wordt er verwacht dat je – liefst zoveel mogelijk – personeel aanneemt. De werkeloosheid is hier enorm en buitenlandse werkgevers zijn geliefd. Aan de andere kant zit het niet in mijn Hollandse bloed om me zo te laten verzorgen en zelf met een boek op de bank te gaan zitten.

Inmiddels hebben we al drie mensen in dienst. Penny, een tuinman en iemand die twee keer per week het zwembad komt onderhouden. Dat is nog bescheiden. Landgenoot Jos vertelde: ‘Toen wij in Bandung woonden, kwam het wijkhoofd de eerste dag dat we in ons nieuwe huis zaten langslopen. Hij stak vijf vingers op. We snapten niet wat hij bedoelde, maar daar kwamen we snel achter. De volgende ochtend had zich een groepje in onze voortuin gevormd, ons nieuwe personeel. We probeerden uit te leggen dat we niet zoveel mensen nodig hadden, maar dat lukte slecht. Het werd nu eenmaal van ons verwacht. Gaandeweg kwamen daar ongemerkt mensen bij: iemand voor de poort, iemand voor de auto, iemand voor de was… Totdat we uiteindelijk acht man personeel hadden. Toen hebben we ons vermand en zijn er wat mensen weggestuurd.’

Hoe kan Penny leven van dit salaris? Heel zuinig (‘Ik gebruik de olie steeds opnieuw, totdat hij zwart is.’), in een klein huis, een andere wijk, maar ook in een andere wereld. Er lopen twee economieën naast elkaar. Wij gaan eten in een restaurant en geven dan €30,- uit. Zij eet bij een karretje aan de weg een lekker bordje nasi voor €1,50. Ik ga naar het winkelcentrum en betaal daar net zoveel voor mijn boodschappen als in Nederland, zij gaat naar de ‘pasar’ en betaalt een fractie daarvan. Wij wonen in een chique woonwijk, zij woont in een volkswijk. Bij ons verdwijnt wc-water in de beerput, bij haar in het kanaal. Wij hebben ruimte, zij zitten dicht op elkaar.

In de koelte van ons huis komen deze twee werelden samen als Penny hier binnenkomt. Of liever, Penny komt mijn wereld binnen, want wat weet ik van de hare? Elke dag gaan we een uurtje les doen: zij leert mij Indonesisch en ik leer haar Engels. We leren elkaar kennen. Ze is slim en heeft gevoel voor humor. Met de paar woorden die we nog maar tot onze beschikking hebben, vertellen we elkaar over onze kinderen en ons leven, wisselen we recepten uit, maken grappen. Ik leer er veel van. Ze is mijn gekochte vriendin, want ik weet wel dat het verschil in rijkdom altijd tussen ons in blijft staan.




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8