Landstede Groep
   
Jaargang 2 | Editie 5 | Archief 2015 - 2019
wisselcolumn

Het verdriet van vrolijke Ali

Arien Kamperman (42) geeft verschillende kunstvakken op TalentStad. Als ze Ali tijdens de les streng toespreekt, blijkt er ineens een groot verdriet schuil te gaan achter de vrolijke derdeklasser.

Ali is een leerling uit klas 3, vmbo kader. Hij is een gangmaker en ligt goed in de groep. Met een vaste groep vrienden heeft hij de lachers meestal op z’n hand; hij maakt vaak grapjes en maakt onder de les regelmatig contact met de docent. Hij zoekt goedkeuring en waardering. En die geef ik hem graag.

Wanneer ik hem eens vraag om te figureren in een filmpje over de kunstvakken zegt hij direct ‘ja!’ en welwillend laat hij zich alleen en met klasgenoten op de foto zetten. Zijn vrolijke gezicht willen we graag gebruiken en hij vindt het allemaal prima.

Een donderdag in november. Ik geef de klas van Ali kunstvakken. Ali is onrustig en om hem tot de orde te roepen, spreek ik hem aan bij voor- en achternaam. Ik spreek streng en bij oogcontact geef ik hem even een knipoog. ‘Doe je ook mee kerel?’

‘Hoezo spreekt u mijn naam uit?’
‘Nou… omdat jij zo heet, toch?’
‘Ja, maar waarom ook mijn achternaam?’
‘Dat is toch een deel van je naam? Sorry, ik snap het probleem niet Ali, kunnen we verder?’
‘Ik wil niet dat u mijn achternaam uitspreekt. U kunt gewoon Ali zeggen.’

De jongen wordt steeds bozer. Gebarend en verontwaardigd kan hij z’n boosheid niet meer stoppen. Ik laat de klas even alleen en gebaar Ali dat hij met me mee moet lopen naar het lokaal ernaast. Dat wil hij eigenlijk ook niet, maar hij weet dat hij weinig keuze heeft. ‘Niets!’ is het antwoord op mijn eerste vraag. ‘Er is niets mevrouw!’ En daar komen de waterlanders. Ali huilt. Heel hard.

‘Waarom ben je zó verdrietig Ali?’
‘Daar kunt u toch niets aan doen mevrouw...!’
‘Dat valt misschien wel mee, probeer maar. Je werd boos omdat ik je achternaam uitsprak?’
‘Weet u hoe het is, mevrouw, als mensen je altijd aanspreken op die achternaam? Hey terrorist, waar zijn je bommen? Op de voetbal en op school. Ze pesten me ermee. Altijd. Ik wil dat gewoon niet...! Het is niet dat ik me schaam, maar ik wil niet dat ze me terrorist ofzo noemen.’

Huilend gaat Ali verder. ‘En ik ben klein. Ik wil graag groter worden en in m’n familie zijn ze ook best klein, maar ik wil graag weten of ik nog iets langer kan worden.’ Hier zitten we dan. Die vrolijke Ali heeft zorgen aan z’n hoofd die ik niet had kunnen bedenken. Wanneer ik zeg dat hij voor z’n lengtevraag terecht kan bij de huisarts, kikkert hij een beetje op. Ja, daar willen z’n ouders hem vast wel mee helpen, denkt hij.

Maar wat kan ik zeggen over het verdriet rondom zijn naam? Hoe is het om dat soort opmerkingen naar je hoofd te krijgen vanwege je Arabische achternaam? Is dit een jongen die later niet uitgenodigd wordt bij een sollicitatie...? De bel gaat, Ali groet en vertrekt en ik blijf piekerend achter. Het nare is dat Ali gelijk heeft: dit kan ik niet voor hem oplossen...




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13