Landstede Groep
   
Jaargang 2 | Editie 8 | Archief 2015 - 2019
Column: Standplaats Jakarta

Inspirator

Voormalig Landstede-docent Birgitta Hogendoorn woont sinds november 2015 voor twee jaar in Jakarta, waar haar man meewerkt aan een waterproject. Voor ZinMag schrijft ze columns over haar belevenissen.

Bu Mahariah is anders, dat zie je meteen, al was het alleen maar door haar lange, hoekige postuur. De sluier detoneert een beetje met de grote, zwarte bril. Een intelligente blik. Ze is bescheiden, rustig, dringt niet op de voorgrond. De vrouwen om haar heen maken grappen, giechelen. Ze doet goedmoedig mee, maar als ze het woord neemt is het duidelijk: zij is hier de leider.

Op het eiland Pramuka, een uur varen van Jakarta, kent iedereen haar. Niet alleen is zij lerares op de basisschool, zij heeft ook de ‘hadj’ gedaan, de voor moslims verplichte reis naar Mekka. Daarnaast is zij initiatiefneemster van de proeftuin en het plastic recycle project op het eiland. Met een groep van tien mensen is ze begonnen met het verzamelen van het plastic dat aanspoelt op de stranden van het eiland. Daar maken ze allerlei tassen, etuis, en andere gebruiksvoorwerpen van. Het is gelijk een kleine bijverdienste voor de vrouwen, die met het vlechten van twee tasjes per dag net zoveel verdienen als wanneer ze een hele dag eigen gebakken taart lopen te verkopen.

Maar Mahariah kijkt verder dan dat. “We leren de kinderen over plastic en het milieu. Bij hen moet het beginnen, want de grote mensen zijn moeilijk te veranderen”, zegt ze. Elke zaterdag komen er schoolkinderen helpen in de proeftuin. Hun aanwezigheid wordt keurig in een groot boek genoteerd. Daar krijgen ze punten voor op school. Maar ook komen er groepen schoolkinderen van andere eilanden om in de proeftuin les te krijgen over duurzaamheid.

Daarnaast is er onder haar leiding een kwekerij begonnen, keurige rijen plastic (afval)bekertjes in rekken, waarin groente gekweekt wordt voor de lokale markt van het verder vrij onvruchtbare eiland. Transport vanaf Jakarta maakt groente op het eiland schaars en duur. En elke keer als ik de groep bezoek, hebben ze weer wat nieuws bedacht. Zo stonden er drie maanden geleden ineens keurige konijnenhokken en was er dit keer een visvijver gemaakt om ook vis te gaan kweken.

Ik mag de groep helpen met het verkopen van de plastic tassen. Ongeveer een keer per maand ga ik naar Pramuka om met de dames te overleggen. Deze keer moeten we het vooral hebben over een groot evenement op de Nederlandse ambassade waar wij ook aan mee doen. De ontvangst is als altijd hartelijk en ook heel beleefd. We raken elkaars vingertoppen licht aan en brengen dan onze rechterhand even naar ons hart. Behalve bij Mahariah. Na alle mail- en App-contact van de afgelopen maanden voelen we ons verbonden. Ze omhelst me hartelijk en ik voel dat bij deze vrouw als een onderscheiding. De vergadering verloopt chaotisch, niet in de laatste plaats door mijn gammele Indonesisch. Maar het lukt en Mahariah maakt aan het eind een samenvatting waardoor iedereen, zelfs ik, begrijpt wat er te doen is.

Wachtend op de boot terug, lopen we nog wat rond op het eiland. Het heeft een eilandsfeer die me aan Schiermonnikoog doet denken, al is het kleiner en dichter bebouwd. Weinig afval, veel vuilnisbakken en regelmatige aanmaningen om geen rommel in zee te gooien. We komen langs nieuw aangeplante mangrove, een zeeschildpaddencentrum, een paar simpele pensions en een duikschooltje, tekenen van ontluikend groen toerisme. De haven is opmerkelijk schoon. In het heldere water zie ik maanvissen, kleine Nemo-visjes en allerlei soorten die ik niet ken. Op betonnen buizen begint alweer nieuw koraal te groeien. Ik zit op de steiger en mijmer over hoe een mens het verschil kan maken …




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8