Landstede Groep
   
Jaargang 2 | Editie 10 | Archief 2015 - 2019

Maak kennis met Theo Bekker, nieuw CvB-lid

Sinds 1 november is Theo Bekker lid van het College van Bestuur van Landstede Groep. Een gedreven bestuurder met duidelijke ideeën over wat hij wil bereiken.

Druk op de blauw-witte afspeelknop om het gesprek te beluisteren.

Theo Bekker begon ooit als onderwijzer op een basisschool in Druten en was docent geschiedenis, maatschappijleer en gym op het voortgezet onderwijs. Als bestuurder ligt zijn focus op onderwijs dat aansluit bij de wereld van morgen en overmorgen, waarbij de leerling centraal staat. Zijn visie draait om maatwerk, gepersonaliseerd leren, leerlingen de tools geven om zelf de regie te nemen over hun leerproces en om hun te begeleiden bij het vinden en innemen van hun plek in de maatschappij. Een gesprek met een echte onderwijsman.

Welke mensen of gebeurtenissen inspireren jou in je werk en je leven?
‘Ik ben naar de Dalai Lama geweest in Ahoy, hij inspireert mij in zijn denken en geschriften. In het dagelijks leven word ik vooral geïnspireerd door mensen die iets te vertellen hebben. Vanuit hun passie voor hun werk of omdat zij hun leven anders indelen, weg van de gebaande paden. Mensen die laten zien dat ze ergens voor kiezen en daar ook echt voor gaan.’

Helemaal ergens voor gaan, zit dat ook in jou?
‘Dat denk ik wel. Dat geldt voor mijn werk, en ook als sporter stond ik bekend als nogal fanatiek. Ik heb wel moeten leren om te doseren en niet te drammerig te zijn.’

 

‘Wat mensen bindt is de ontwikkeling van het kind en de vraag: waartoe zijn wij als school op aarde?’

 

Als twintiger begon je als onderwijzer op een basisschool, later ben je gaan werken in het voortgezet onderwijs. Wat trekt je aan in het onderwijs?
‘Je komt daar twee groepen mensen tegen: de kinderen en de collega’s. De kinderen vind ik interessant omdat zij zich aan het ontwikkelen zijn. Ik vind het leuk om daar een bijdrage aan te leveren, hen te inspireren. Links een zetje geven en rechts een duwtje. En ik vind het boeiend om dat te doen met collega’s die dezelfde drijfveer hebben.’

Als je terugkijkt op je periode als docent, wat is dan het belangrijkste wat hebt geleerd?
‘Dat de dingen niet zo snel gaan als ik wil. Ieder mens maakt zijn eigen ontwikkeling door en daar kan ik alleen een bijdrage aan leveren. Voor leidinggeven geldt eigenlijk precies hetzelfde.’

Uiteindelijk ben je als bestuurder aan de slag gegaan. Een aantal scholen die in zwaar weer verkeerden, heb je weer op koers gebracht. Vanuit welke visie ga jij bij zo’n school aan de slag?
‘Of het nu goed of slecht gaat met een school, wat mensen bindt is de ontwikkeling van het kind en de vraag: waartoe zijn wij als school op aarde? Naar mijn idee is dat om een zo goed mogelijke bijdrage te leveren aan het leerproces van mensen en kinderen. Daar ga je het gesprek over aan. Vervolgens concludeer je vaak samen dat bepaalde zaken beter kunnen. Gezamenlijk maak je keuzes, gaat er écht voor, overziet de gevolgen van die keuzes en gaat daarmee om. Door zo’n proces komen scholen weer tot bloei, of blijven bloeien.’

Nu ga je aan de slag bij Landstede Groep, wat ga je hier precies doen?
‘Ik heb Landstede-breed een aantal portefeuilles die vooral met ICT en personeelsbeleid te maken hebben: HRM, HRD en de ontwikkeling van het management. Verder houd ik me vooral bezig met, en dat heeft met mijn achtergrond te maken, de vo-scholen.

 

‘De industriële tijd zit nog erg in de organisatiemodellen van scholen, terwijl de wereld er anders uitziet’

 

Wat kunnen we in het vo van je verwachten?
‘Wat ik heel graag zou willen bereiken – samen met de directeuren van de scholen – is dat we met elkaar kijken hoe wij, voor de wereld van morgen en overmorgen, de kinderen zo goed mogelijk kunnen begeleiden in hun ontwikkelingsproces en in het overleven van de pubertijd, want dat is in het vo ook een van de factoren die een rol spelen. Ik kijk in dat proces zoveel mogelijk vooruit. Het onderwijs van nu faciliteert een andere maatschappij. De industriële tijd zit nog erg in de organisatiemodellen van scholen, terwijl de wereld er anders uitziet. Het lijkt me spannend om dat te verkennen. Er is geen blauwdruk voor, dus we moeten praten met elkaar over hoe dat er uitziet, maar mensen mogen van mij verwachten dat ik de bestaande situatie ter discussie stel.’

Met de intentie om daar verandering in aan te brengen?
‘Verandering is geen doel op zich. Waar het om gaat, is dat we de vraag stellen: Doen we nog wel de goede dingen? Wanneer het antwoord ja is, gaan we zorgen dat die zaken op niveau blijven. Maar ik spreek veel mensen in het onderwijs en iedereen is eigenlijk van mening dat de manier waarop we bepaalde zaken nu aanpakken, schuurt. En ik merk dat wanneer we met elkaar wat grenzen proberen weg te denken - grenzen zitten vaak in ons eigen hoofd - er ineens veel mogelijk is. Daardoor kun je zaken anders aanpakken. Mijn ervaring is dat docenten en leerlingen daar erg blij van worden.’

 

‘Mijn voornemen is om enkele keren per jaar in de personeelskamers mijn gezicht te laten zien’

 

Wanneer je kijkt naar de komende uitdagingen en veranderingen in het onderwijs, wat zijn dan de belangrijkste thema’s?
‘Het allerbelangrijkste thema vind ik hoe het ons gaat lukken om steeds beter het leerproces in te richten naar de maat van de individuele leerling. In het verleden gaven we les aan groepen van dertig kinderen en richtten we ons op datgene wat voor de gemiddelde leerling oké was. Nu kunnen we veel beter aansluiten op wat de individuele leerling nodig heeft, onder meer dankzij de techniek. Dat vind ik de mooiste uitdaging. En hoe dat eruit gaat zien, dat moeten we met elkaar bekijken. Er zijn al veel voorbeelden in binnen- en buitenland.’

Kun je een mooi voorbeeld noemen?
‘Onlangs bezocht ik twee scholen in Roermond: Agora en Niekée. Agora heeft bijvoorbeeld geen lokalen meer, alleen een grote verdieping. Honderd leerlingen zitten bij elkaar en door elkaar. Zij hebben hun eigen werkplek gecreëerd en mogen hun eigen leerdoelen stellen. Aan het begin en het eind van de dag voeren de leraren coachingsgesprekken over die leerdoelen. Zij gebruiken geen methodes, wel veel ICT. Dat doen ze om het leerproces te volgen, maar ook om de wereld te ontsluiten. De leerlingen worden redelijk vrijgelaten, maar worden wel aangesproken op hoe en of ze de juiste dingen doen.’

En verlies je daardoor als docent misschien niet je titel van vakvrouw of vakman?
‘Dat hoor ik vaak, maar ik geloof het niet. In de praktijk zie ik juist dat het contact tussen leraar en leerling eerder intensiever wordt vergeleken met de oude situatie waarin je tegen dertig studenten tegelijk sprak. Door de techniek kun je ook heel precies weten waar een leerling vastloopt. Je rol als docent wordt er volgens mij razend interessant van.’

Is in jouw ogen de aanpak van Agora een mooie manier om aan te sluiten op de huidige maatschappij?
‘Ja, waarbij je de balans moet bewaken als het gaat om het sociale deel, want je wordt onderdeel van een maatschappij, een groep mensen of een team. Het is een misverstand dat de individualisering in het onderwijs, het gepersonaliseerd leren, zou betekenen dat iedereen maar voor zichzelf bezig is. Zoals ik het zie, draait het in de maatschappij om ICT-vaardigheden, het jezelf ontwikkelen, het aansluiten bij je belangstelling en interesses, in een team werken waarin je uitgedaagd wordt en waarbij je je comfortzone moet verlaten om te leren. Dat is de maatschappij waarin we nu al zitten en die zich alleen maar verder ontwikkelt.’

Voor docenten is een bestuur ook altijd een beetje een ver-van-mijn-bed-show, hoe kijkt je daar tegenaan?
‘Dat snap ik. Zeker in zo’n grote groep als Landstede. Het is in ieder geval mijn voornemen om enkele keren per jaar in de personeelskamers mijn gezicht te laten zien. En ik ben nog aan het nadenken over hoe we de communicatie zo kunnen organiseren dat we in dialoog kunnen zijn met elkaar. Dat zal niet altijd face-to-face zijn, maar door de moderne techniek kan dat ook op andere manieren. Ik vind het belangrijk dat we met elkaar, in alle lagen van de organisatie, in gesprek zijn over wat ons boeit, bindt en inspireert en ook over wat we ingewikkeld vinden, en waar we misschien hulp nodig hebben.    




Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11