Landstede Groep
   
Jaargang 4 | Editie 5 | Archief 2015 - 2019

‘Door filosofie kan ik me makkelijker in iemand anders verplaatsen’

Het was de kapotte afwasmachine bij haar thuis waardoor Puck de Beer (17) écht geïnteresseerd raakte in filosofie. Ze koos het vak op Orfeo, het internationaal gymnasium van het Carolus Clusius College in Zwolle en schopte het in oktober tot een van de zeven Jonge Denkers des Vaderlands. Wat spreekt haar aan in de filosofie? En wat houdt de titel eigenlijk in?

De Jonge Denker des Vaderlands is twee jaar geleden in het leven geroepen door de Vereniging Filosofiedocenten Voortgezet Onderwijs, uitgeverij Lemniscaat en Stichting Maand van de Filosofie. De Jonge Denkers zijn filosofieleerlingen uit het voortgezet onderwijs die zich uitspreken over de actualiteit. Door een column te schrijven over het thema De gebrekkige mens - geluk of tragedie? konden leerlingen meedingen naar de titel.

Waarom besloot je mee te doen?
‘Het thema sprak me aan. Veel vrienden van mij hebben het idee dat ze beter moeten presteren. En ook ik vind dat we te veel druk op onszelf en op elkaar leggen. Ik ben opgevoed met het idee: je doet wat je kunt, je bent goed zoals je bent. Ik denk dat ik zelf minder prestatiedruk heb meegekregen.’

Wat is er op je afgekomen? En wat wordt er nu van je verwacht?
‘Ik moest mijn column voordragen tijdens een speciale avond en filosofische gesprekken voeren met de andere kandidaten. Vervolgens werden er zeven Jonge Denkers gekozen. We moeten elk kwartaal een blog, vlog of artikel publiceren over de actualiteit en minimaal op één festival aanwezig zijn. In de Stentor is op half april een verhaal van mij verschenen over het onderwijs, met de Citotoets als aanleiding. En ik heb in maart en april op festivals in Amsterdam en Rotterdam gestaan.’

 

Wat was de strekking van je verhaal in de Stentor over onderwijs?
‘Dat vooral middelbare scholen verkeerd beoordeeld worden. Namelijk op hoeveel hoogopgeleiden ze eruit kunnen pompen, terwijl er minder wordt gekeken naar hoe de school leerlingen vormt en wat ze meegegeven wordt, naast alle kennis. In mijn profielwerkstuk heb ik gekeken naar wat de Cito precies is en waarom er zoveel discussie over is.’

Waar komt jouw interesse in filosofie vandaan?
‘Mijn ouders hebben mijn twee broers, mijn zus en mij altijd voorgehouden: je mag elk idee hebben wat je wilt, maar je moet het wel kunnen onderbouwen en eerlijk naar het standpunt van een ander willen kijken. Dat gebeurde volop, iedereen hield van discussiëren. Op een gegeven moment koos mijn broer het vak filosofie. In die tijd ging onze afwasmachine kapot. Mijn broer vertelde me tijdens het afwassen veel over filosofie en dat vond ik zo leuk dat ik het ook heb gekozen. Vooral de andere manier waarop veel filosofen naar de wereld kijken, vind ik interessant.’

Is er een bepaalde filosofische stroming die je het meest aanspreekt?
‘Het scepticisme vind ik heel interessant. Dat je alles kunt betwijfelen. Dat is ook een leuke bezigheid.’

Heb je in je dagelijks leven ook iets aan filosofie?
‘Het heeft ervoor gezorgd dat ik me makkelijker in iemand anders kan verplaatsen. Als je je bezighoudt met het begrijpen van andere ideeën, ook als je het er niet mee eens bent, dan leer je zien welke logica achter de gedachte zit. Ik ben gelovig, dat geeft mij andere basisaannames dan vrienden van mij die niet geloven. Omdat ik weet dat mijn basisaannames anders zijn dan die van hen, snap ik hen beter.’

Heb je het met vrienden over het geloof?
‘Ja, met een groep vrienden die gelovig is, maar ook met vrienden die dat juist niet zijn. Ik krijg zelf graag vragen waarover ik moet nadenken. Zolang je in je eigen christelijke cirkeltje blijft, hoor je steeds hetzelfde en dat helpt je niet om verder te groeien in je denken. Het kán wel, maar minder.’

Zijn je docenten ook belangrijk, of belangrijk geweest, voor je interesse in filosofie?
‘Mijn docent Nederlands die ik in de vierde en vijfde had, hield van discussiëren en daagde mij uit. Hij heeft me geholpen bij het formuleren van standpunten. Ook hebben we een paar goede docenten op Orfeo, die ervoor zorgen dat er altijd een sfeer is waarbij je kunt discussiëren en overleggen. De docent filosofie die ik lang heb gehad, was ook onze godsdienstdocent. Hij stimuleerde de discussie en dat we niet zomaar een loze opmerking maakten. Dat heeft zeker geholpen.’

Zou het vak filosofie verplicht moeten worden?
‘Ik denk het wel. Je bewust zijn van basisaannames en kennis over logica in redeneren, is belangrijk voor iedereen. Wanneer je je er niet van bewust bent dat jouw basisaannames je hele referentiekader kunnen beïnvloeden, dan kun je lastiger discussies voeren en is het moeilijker je in iemand anders te verplaatsen. Je leert bij filosofie hoe je je eigen mening kunt vormen, hoe je die goed kunt onderbouwen en hoe je kunt communiceren.’

Je bent nu bijna klaar met school. Wat ga je hierna doen?
‘Ik neem een tussenjaar. Eerst ga ik een halfjaar naar een bijbelschool in Londen. En daarna een vervolg op de bijbelschool of een studie in Nederland. Ik wil graag iets doen. Impact hebben. Misschien ga ik wel International Relations and International Organization in Groningen studeren, daar leer je hoe de politiek in verschillende landen werkt, hoe een organisatie werkt. Je wordt er niet opgeleid voor een bepaald beroep, veel oud-studenten komen terecht bij een regering of een NGO. Als onderdeel van de eindexamendagcommissie was ik druk bezig met de planning voor onze laatste schooldag. Evenementenplanning lijkt me ook wel wat. Gelukkig heb ik nog even de tijd om er over te denken.’

Lees hier het opiniestuk van Puck in De Stentor




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8 9