Landstede Groep
   
Jaargang 4 | Editie 5 | Archief 2015 - 2019
Leren over de grens

‘In Gambia is er veel minder aandacht voor praktijkgerichte vakken’

Toen Rugiatu net een jaar bedrijfseconomie had gegeven in Sierra Leone, ontvluchtte ze haar geboorteland vanwege de burgeroorlog. Ze vertrok naar Gambia. Daar stond ze jaren voor de klas op een middelbare school. Sinds september 2016 werkt ze bij Landstede MBO als docent Engels, rekenen en bedrijfsadministratie.

Kun je iets vertellen over de school waarop je lesgaf?
‘Het was een middelbare school, St. Augustine’s secondary school, in Banjul. Er zaten ongeveer 800 leerlingen op van twaalf tot achttien jaar. Omdat Gambia een voormalige Britse kolonie is, is het onderwijssysteem vergelijkbaar met dat in Engeland. De leerlingen dragen er bijvoorbeeld ook uniformen.’

Krijgen de leerlingen er ook vakken die hier niet gegeven worden?
‘Het enige wat ik kan bedenken zijn de religieuze vakken IRK en CRK: Islamic Religion Knowledge en Christian Religion Knowledge. Het zijn verplichte vakken die ongeacht de geloofsovertuiging van de school worden gegeven. Het interessante is dat de leerlingen dan worden gesplitst: moslims krijgen IRK en christelijke leerlingen CRK. Die splitsing zie je verder trouwens niet terug in de klas. En daarbuiten eigenlijk ook niet.’

Je geeft hier les op het mbo. Is er een vergelijkbaar systeem in Gambia?
‘In Gambia is er veel minder aandacht voor praktijkgerichte vakken of opdrachten. Er is veel aanzien voor advocaten, artsen, dat soort beroepen. Ouders pushen hun kinderen om goed te leren, zodat ze naar de universiteit kunnen. Op praktische beroepen wordt neergekeken. Want, zo is het idee, je gaat toch niet naar school om timmerman of loodgieter te worden? Het is natuurlijk heel pijnlijk dat wanneer je de capaciteiten niet hebt om te studeren, je als loser wordt beschouwd door ouders, docenten en uiteindelijk ook door jezelf. Het is de afgelopen jaren trouwens wel verbeterd. Er komen langzamerhand wel steeds meer praktijkscholen.’

Wat doen leerlingen die niet naar de universiteit kunnen wanneer er weinig praktijkonderwijs is?
‘Soms wordt een kind van school gehaald. Dat gebeurt ook wel als ouders het verplichte schoolgeld niet kunnen betalen. Voor een meisje wordt een man gezocht, een jongen moet dan maar zien dat hij zich redt. Zij leren een vak soms ook in de praktijk, bij een bedrijf.’

Hoe verklaar je die neerbuigende kijk op praktische beroepen?
‘Er heerst een heel andere mentaliteit. In Afrika wordt onderwijs vaak gezien als een middel om uit de armoede te komen. Als je goed bent opgeleid, heb je de kans om succesvol te zijn. Er is geen sociaal vangnet, dus je moet ook echt zorgen dat je je eigen geld binnenbrengt. Er is een grote afhankelijkheid van elkaar. Wanneer iemand uit een gezin of familie het financieel goed heeft, profiteren de anderen daarvan mee. In Sierra Leone geldt dezelfde mentaliteit. Ik werd ook gepusht om te leren. “The sky is the limit”, zei mijn vader tegen me.’

Wat vind je een groot verschil met onderwijs in Nederland?
‘De lessen zijn veel meer vanuit de docent gedacht, dan leerlinggericht. Waar we hier kijken wat een leerling zelf nodig heeft en hoe hij het beste kan leren, bepaalt in Gambia de docent vooral hoe er geleerd moet worden. En veel meer dan hier ligt de nadruk op feiten uit het hoofd leren. Veel stampen en reproduceren. Dat zie je terug in de klassenopstelling. Geen groepjes, zoals je hier nog wel eens ziet, maar alle neuzen naar het bord gericht. De docent heeft er vaak ook geen tafel of stoel. Die staat letterlijk voor de klas.’

Veel docenten geven aan dat leerlingen in het buitenland meer gevoel voor autoriteit hebben dan in Nederland. Wat is jouw ervaring?
‘Die ervaring heb ik ook. Ik ben zelf geschoold in Sierra Leone en heb daar én in Gambia lesgegeven. Als een docent aan het woord is, durft niemand iets te zeggen, tenzij de docent je iets vraagt. Als een leerling wel praat, mag je hem laten nakomen en bij ernstige lesverstorend gedrag zelf naar huis sturen. Hier lesgeven was echt een cultuurverschil. Ik had moeite om al die monden dicht te krijgen. Leerlingen hier voelen zich vrij om alles te zeggen wat ze willen. En als je er iets van zegt, krijg je te horen: “Mevrouw, ik heb recht op mijn mening.” Dat is natuurlijk ook zo, en dat is ook goed, maar ik vind wel dat het soms wat is doorgeslagen.’

‘Er zijn inmiddels mensen die om deze reden bewust níet voor het onderwijs kiezen. Omdat ze bang zijn voor die grote monden in de klas. Soms is dat terecht. Een paar jaar geleden zei een leerling tegen mij: “Ieder jaar hebben we met elkaar de pik op één docent. Die proberen we dan weg te pesten.” En het was ze dat jaar ook gelukt. Dat gebeurt écht niet in Gambia, leerlingen die samenspannen om een docent weg te krijgen.’

Wat zie je als voordeel van het onderwijs in Gambia?
‘Omdat alle leerlingen verplicht een uniform dragen, zie je geen verschil tussen kinderen uit arme en rijke gezinnen. Niemand wordt  gediscrimineerd omdat hij minder geld heeft. Ik zeg niet dat we dat hier zouden moeten invoeren, maar voor een land als Gambia, waar armoede een groter probleem is, is het verplicht dragen van een uniform goed.’

Zijn er aspecten in het Gambiaanse onderwijs die je graag zou willen terugzien in Nederland?
‘Iets meer gevoel voor autoriteit zou fijn zijn. En iets meer motivatie ook. In Gambia zijn leerlingen van nature gemotiveerder, omdat ze weten dat er echt wat van afhangt. Het natuurlijk heel mooi dat we in Nederland bijstand kennen en uitkeringen hebben, maar ik denk ook weleens dat leerlingen gemotiveerder zouden zijn als ze in hun achterhoofd hebben: het is zwemmen of verzuipen.’

Eerder in deze serie Leren Over de Grens:




Vorige
Volgende
1 2 3 4 5 6 7 8 9