Polarisatie, radicalisering, discriminatie; neemt de verharding van de samenleving ook in Overijssel toe, of is het iets van de Randstad en de grote steden? Vijfendertig Landstede-studenten doen mee aan de Toekomstverkenning Omgaan met Verschillen van het Trendbureau Overijssel.
Het aantal verschillen in de samenleving neemt toe. Verschillen tussen inkomens, maar ook tussen opinies, normen en waarden. Er is sprake van radicalisering en polarisatie en de discussies worden steeds feller. Of toch niet? Valt het allemaal wel mee? Speelt het misschien alleen in grote steden of de Randstad? Trendbureau Overijssel scheidt feiten van fictie in het onderzoek Toekomstverkenning Omgaan met Verschillen. Daarnaast bekijken de onderzoekers hoe in de toekomst verschillende partijen kunnen reageren op toenemende verschillen. Het bureau heeft Landstede gevraagd mee te doen aan het onderzoek.
‘Het onderzoek bestaat uit veel onderdelen’, zegt manager Hans Peter Benschop van Trendbureau Overijssel. ‘In een essaybundel spreken veel deskundigen zich uit over het onderwerp. Er vindt feitenonderzoek plaats en er zijn gesprekken gaande met veel Overijsselaars over onderwerpen zoals als hooligans, inkomensverschillen, religies, en over wat zij beleven en als werkelijkheid ervaren. Op basis van de onderzoeksresultaten kunnen overheden, provincie en gemeenten, beleid voeren. Het is belangrijk dat we mensen in de verkenning betrekken die niet in de normale beleidscyclus voorkomen. Mensen die we niet vaak spreken en die een andere realiteit hebben. Omdat het over de toekomst gaat, willen we graag jongeren aan het woord laten. Daarom hebben we Landstede gevraagd.’
Manager Identiteit Nieke Jansen ging de uitdaging graag aan. ‘Het is mooi dat jongeren betrokken worden. Het is een goede manier om niet alleen óver hen te praten, maar ook mét hen.’
In totaal doen 35 studenten mee, waaronder studenten van de juridische opleidingen en van het Landschap Vrij & Gastvrij. ‘Onderwijs heeft een belangrijke rol in dit thema’, zegt Nieke. ‘We doen mee, omdat we vinden dat we hierin echt een taak hebben. Het heeft te maken met burgerschap, maar ook met de school die we zijn. We willen de studenten leren omgaan met lastige levensvragen, met keuzeproblemen, met ethische dilemma’s. Maar het is wel belangrijk om te kijken hoe je dat doet. Scholen krijgen van buitenaf steeds de opdracht: doe iets! Als je niet uitkijkt, worden we een soort spionnen die de leerlingen in de gaten houden om te kijken of ze niet radicaliseren, niet richting Syrië gaan. We moeten het zo organiseren dat de jongeren die straks de wereld maken, niet weglopen als ze het niet eens zijn met elkaar, maar met elkaar in gesprek gaan.’
Inmiddels hebben de deelnemers een vragenlijst ingevuld over onderlinge verschillen en hebben ze elkaar ontmoet. Nieke: ‘Vervolgens organiseren we een aantal workshops waarbij de studenten met elkaar in gesprek gaan. In februari bekijken ze wat ze hebben ontdekt over zichzelf, over de wereld, over anderen en over de onderlinge verschillen. Vervolgens presenteren ze hun bevindingen aan bestuurders van de provincie en gemeenten.’
Nieke zag al mooie dingen gebeuren. ‘We lieten de jongeren in tweetallen verschillen en overeenkomsten tussen hen bespreken. Twee studenten met totaal verschillende achtergrond, huidskleur en cultuur ontdekten dat ze allebei protestants-christelijk zijn. Twee anderen spraken over hun seksuele voorkeur. Je hoort heel ontroerende dingen en je merkt dat de studenten diep nadenken over de toekomst en de samenleving. Zo merkte student Juridische Dienstverlening Denise Berwa (15) tijdens een discussie over Wilders op: “Mensen praten altijd over wat ze niet willen, niet over wat we wél willen.” Dat is mooi, dat is een cadeautje dat ik meeneem.’
‘Het is een belangrijk onderwerp’, zegt Denise, waarbij ze doelt op het thema Omgaan met verschillen. ‘Laatst stonden we na school met vier meisjes op de bus te wachten. Drie stapten in de bijna lege bus, maar toen ik wilde instappen deed de chauffeur de deur voor mijn neus dicht, zonder enige aanleiding. Hij bleef naar me kijken. Ik klopte op de deur. Hij deed de deur open toen een van de anderen er iets van zei. Bij het station vroeg ik waarom hij me wilde laten staan. “Eruit”, zei hij, “er moeten meer mensen uit.” Ik wist wel dat er discriminatie was, maar niet dat het zo heftig was. Het kwam nu wel heel dichtbij. Het deed mij goed dat mijn klasgenoten voor mij opkwamen. En toen dacht ik, dat ik hier wat over moest zeggen. Zo hoor je niet met elkaar om te gaan.’
Ramon Folkers is tweedejaars student Luchtvaartdienstverlening. ‘We moeten het met elkaar doen in de samenleving. Als ik daar positieve invloed op kan uitoefenen, dan doe ik dat graag.’ De vragenlijst stemde tot nadenken. ‘Door de antwoorden merk je al hoe verschillend mensen denken. Er was een stelling over een meisje dat niet meer reageerde op het feit dat ze werd uitgescholden voor vieze Turk. De een vindt dat goed, de andere vindt dat juist niet goed.’ Denise beaamt. ‘Ik ontdekte dat het belangrijk is dat je met elkaar in gesprek gaat. Dat je vraagt waaróm iemand voor of tegen iets is. Het helpt mij om de dingen ook van een andere kant te bekijken. Als je naar elkaar luistert, kun je elkaar beter begrijpen.’
Eind november werden de eerste resultaten van de vragenlijsten bekendgemaakt. Soms merken studenten weinig verschillen. ‘Al is niemand hetzelfde, toch lijken jongeren wel redelijk op elkaar, omdat ze allemaal bezig zijn met studeren en hun toekomst’, is een van de uitkomsten. Aan de andere kant nemen verschillen volgens hen ook toe. Tussen cultuur, arm versus rijk, opleidingsniveau, uiterlijk, meningen, politiek links en rechts en bijvoorbeeld religie. Ze zien spanningen tussen groepen en zien groepsvorming toenemen. Bij de vraag waar men bang voor is, geven zeven studenten aan dat ze bang zijn voor een (Derde Wereld)oorlog. Ook is er angst dat men elkaar niet meer kan vertrouwen.
‘Er wordt nu naar ons geluisterd’, zegt Denise. ‘Dat is wel bijzonder. Meestal heb ik het gevoel dat ik niet gehoord wordt, al blijf ik gewoon zeggen wat ik denk. Communicatie is zó belangrijk. Mensen luisteren niet, laten elkaar niet uitpraten.’ Ramon knikt. ‘We kunnen nu zeggen wat we ervan vinden. Daar begint het.’ ‘Het is wel moeilijk’, zegt Denise. ‘Ik ben niet de enige die bepaalt hoe de toekomst er in 2017 uitziet.’ Maar ze gaat wel proberen invloed uit te oefenen. ‘Ik wil rechten studeren, misschien de politiek in, ik wil iets met de samenleving te maken hebben. Dat boeit mij. Er zijn ook jongeren die het totaal niet boeit. Terwijl mensen bang zijn voor een Derde Wereldoorlog. Dan kan je toch niet zeggen dat het je niet boeit? Dat je er niets aan wilt doen? Ik ben betrokken, ik leef óók in deze wereld. Als ik een fijne samenleving wil, moet ik daaraan meewerken.’
‘Ik denk zeer zeker dat je de ontwikkelingen kunt ombuigen als je ze goed in het vizier hebt’, zegt Hans Peter van het Trendbureau Overijssel. ‘Inkomensverschillen bijvoorbeeld, zijn geen natuurverschijnselen. Als gemeenschap kun je erover beslissen. De uitkomsten van deze toekomstverkenning worden gepresenteerd aan lokale en provinciale overheden en we kunnen ermee naar Den Haag. Het is een thema dat me raakt. Áls er iets verandert, komt dat omdat wij iets doen, omdat we niet lijdelijk blijven afwachten. Het is heel fijn dat deze jongeren dat inzien.’
In februari volgt deel twee van dit tweeluik, met de ontwikkelingen, ervaringen en een terugblik op de presentaties van de studenten aan Provincie Overijssel en de gemeenten.